De jonge koning vroeg toen aan zijn eerste minister: "Hoe kan ik meer respect krijgen?" De eerste minister zei: "Respect kun je leren! Er is genoeg geld in de schatkist, we hebben veel kennis in ons land, we leren ze hoe ze respectvol met elkaar moeten omgaan. We leren ze respectabele mensen te worden door ze te leren lezen en schrijven. Zodat zij door middel van de diploma's en titels die we hun geven respect krijgen. Iedereen zal u er dankbaar voor zijn dat hun kinderen zo goed worden opgevoed met veel kennis. En we leren ze respect te hebben voor u, de koning, hun ouders, de ministers, de politie, de hulpverleners, etc." De koning stemde toe en alle kinderen kregen onderwijs. Het ging heel goed met het land, de ouders hadden meer tijd en konden meer werken, de mensen konden met hun kennis veel nieuwe machines maken om tijd te besparen, te communiceren, om kennis op te slaan, enzovoort.
De koning zag dat hij door het nieuw aangeleerde respect en kennis meer respect kreeg voor wat hij voor zijn volk had gedaan, maar hij voelde nog steeds dat hij niet het liefdevolle respect kreeg wat zijn vader genoot. Bovendien zag hij dat de ministers (van onderwijs) de druk steeds verder opvoerden om te presteren maar dat het volk hierdoor niet gelukkiger werd. Het respect brokkelde weer af bij de kinderen. Deze lachten om de koning en hadden een grote mond en geen respect meer.