Experiment: collectieve goederenspel

Lesdoel
Zelf ervaren hoe het gevangenendilemma in zijn werk gaat en collectieve goederen kunnen omschrijven.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesdoel
Zelf ervaren hoe het gevangenendilemma in zijn werk gaat en collectieve goederen kunnen omschrijven.

Slide 1 - Slide

Zijn jullie bereid om mee te betalen aan een collectief goed?

collectief goed =   
1. een goed waarbij het onmogelijk is om mensen die niet (mee)betalen van het gebruik uit te sluiten.
2. Bovendien gaat de consumptie van het goed door de één niet ten koste van de consumptie door de ander. 

Voorbeelden hiervan zijn: dijken, straatverlichting, defensie. 
 In de volksmond worden collectieve goederen echter ruimer gedefinieerd als goederen die door de overheid worden betaald en onderhouden, maar waar de burger gratis gebruik van mag maken.

Slide 2 - Slide

Iedere leerling krijgt 4 speelkaarten, daarvan zijn er 2 rood en 2 zwart (alleen de kleur is van belang in dit klaslokaalexperiment). Iedere ronde loopt de docent door de klas en vraagt je om 2 kaarten in te leveren met de achterkant naar boven. Niemand ziet dus welke kaarten je geeft. Een zwarte kaart levert geen opbrengsten op, een rode kaart wel.  

Slide 3 - Slide

De opbrengst van de rode kaarten hangt af van het aantal rode kaarten die je zelf houdt en van het aantal rode kaarten die door de hele klas worden ingeleverd bij de docent.   
Iedere rode kaart die je zelf houdt levert je €4 op. De rode kaart die je inlevert bij de docent levert het collectief (de klas) €1 op.    
Voorbeeld : als er dus 5 leerlingen zijn die 1 rode kaart inleveren bij de docent en jij houdt beide rode kaarten, dan verdien je deze ronde  (2 x 4) + 5 = €13 

Slide 4 - Slide

Ronde 1:
Welke kaarten lever je in?
A
2 rood
B
2 zwart
C
1 rood en 1 zwart

Slide 5 - Quiz

Ronde 2:
Welke kaarten lever je in?
A
2 rood
B
2 zwart
C
1 rood en 1 zwart

Slide 6 - Quiz

Ronde 3:
Welke kaarten lever je in?
A
2 rood
B
2 zwart
C
1 rood en 1 zwart

Slide 7 - Quiz

Hoe zorg je ervoor dat we samen zo veel mogelijk winst maken?

Slide 8 - Open question

Ronde 4:
Welke kaarten lever je in?
A
2 rood
B
2 zwart
C
1 rood en 1 zwart

Slide 9 - Quiz

Ronde 5:
Welke kaarten lever je in?
A
2 rood
B
2 zwart
C
1 rood en 1 zwart

Slide 10 - Quiz

Overleg!

Slide 11 - Slide

Ronde 6:
Welke kaarten lever je in?
A
2 rood
B
2 zwart
C
1 rood en 1 zwart

Slide 12 - Quiz

Ronde 7:
Welke kaarten lever je in?
A
2 rood
B
2 zwart
C
1 rood en 1 zwart

Slide 13 - Quiz

Ronde 10:
Welke kaarten lever je in?
A
2 rood
B
2 zwart
C
1 rood en 1 zwart

Slide 14 - Quiz

Ronde 9:
Welke kaarten lever je in?
A
2 rood
B
2 zwart
C
1 rood en 1 zwart

Slide 15 - Quiz

Ronde 8:
Welke kaarten lever je in?
A
2 rood
B
2 zwart
C
1 rood en 1 zwart

Slide 16 - Quiz

Lesdoel
Zelf ervaren hoe het gevangenendilemma in zijn werk gaat.

Slide 17 - Slide

Nabespreking

Slide 18 - Slide

wat heb je geleerd?

Slide 19 - Mind map

Samenvatting
1. Sla je scoreblad en aantekeningen van de nabespreking op.
2. Maak een samenvatting en lever deze op tijd in:

Deze samenvatting is één tot anderhalf A4-tje lang (bij Arial lettertype 12 en regelafstand 1,15). Je levert deze samenvatting in via de opdracht die daarvoor open staat in magister (zie hoofdstuk 1 Deadlines) en je plaatst deze in een bijlage van het eindverslag.
De samenvatting bestaat uit 2 onderdelen:

1. Samenvatting van het verloop van het experiment. Dus wat was de situatie in de diverse rondes? Wat deed jij en wat deden je klasgenoten in de diverse rondes? Wat waren de uitkomsten?
2. Samenvatting van de nabespreking. Benoem drie begrippen die in de nabespreking aan bod zijn gekomen en leg in je eigen woorden uit hoe je deze begrippen in het experiment hebt terug gezien.

Slide 20 - Slide