2.5 voedselbederf

H2 Voeding en vertering
Voeding en vertering
2.5 Voedselbederf
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H2 Voeding en vertering
Voeding en vertering
2.5 Voedselbederf

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les...
- Weet je wat voedselvergiftiging is en hoe je dat kunt voorkomen.
- Weet je wat conserveren betekent en met welke manieren je dat kunt toepassen.

Slide 2 - Slide

Voedselvergiftiging
Afweerreactie die ontstaat door het eten van voedsel dat is besmet met giftige stoffen

Vooral in kippen en varkens en rauwe producten
Tasten dunne darm aan


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Enzymen zijn voor de
A
Mechanische vertering
B
Chemische vertering

Slide 5 - Quiz

Wat waren de vijf verteringsorganen?

Slide 6 - Open question

Verteringsorganen

Slide 7 - Slide

Verteringssappen (enzymen)
Speeksel: Zorgt voor de vertering van zetmeel (koolhydraat).
Maagsap: Breekt voor een deel eiwitten af.
Alvleessap: Zorgt voor de vertering van vetten, eiwitten en koolhydraten af.
Darmsap: Laatste enzym om koolhydraten en eiwitten helemaal af te breken.

Gal (emulgator): Emulgeert vetten (grote druppels > kleine druppels)

Slide 8 - Slide

Heb jij wel eens een voedselvergiftiging gehad? Zo ja, waardoor?

Slide 9 - Open question

Voedselvergiftiging
Ziek door bedorven stoffen in je voedsel (van schimmels en bacteriën). 
> Maagzuur beschermt niet tegen stoffen die
gemaakt zijn door de bacteriën en virussen.

Salmonellabacterie            >>>>>>>>>>>

Slide 10 - Slide

Conserveren (langer houdbaar maken)
Invriezen: Temperatuur snel verlagen tot -20 °C of lager.
Pasteuriseren: Kort verhitten tot 72 °C. 
Steriliseren: Verhitten tot 130-140 °C. 
Vacuümverpakken: Voedsel zonder lucht (vacuüm) verpakken.
Gasverpakken: Voedsel met gas (CO2, O2, stikstof etc) verpakken.
Drogen: Voedsel uitdrogen om al het meeste water er uit te halen.
Bestralen: Doorstralen met radioactieve stralen. (alleen voor eten met een groot risico op gevaarlijke ziekteverwekkers)
Conserveringsmiddelen: zout, suiker, sulfiet etc...

Slide 11 - Slide

Toevoegingen (additieven)
Geur-, kleur- & smaakstoffen.
Kan voor aantrekkelijk maken zijn of voor
conservering.

Kunstmatig zijn stoffen die niet van
nature voorkomen
Natuurlijk zijn stoffen die in de natuur
voorkomen, zoals suiker en zout. 

Slide 12 - Slide

Aan het einde van de les...
- Weet je wat voedselvergiftiging is en hoe je dat kunt voorkomen.
- Weet je wat conserveren betekent en met welke manieren je dat kunt toepassen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

(Huis)werk
- Zorg dat opdrachten af zijn t/m 2.5

- lees basisstof 6 en maak opdrachten 1 t/m 3

Slide 15 - Slide