3.4 macht op de markt

3.4 

hoe zit met vraag en aanbod?
overige vragen 3.3 

uitleg + aan de slag
doelstellingen uitwerken
rekenen 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3.4 

hoe zit met vraag en aanbod?
overige vragen 3.3 

uitleg + aan de slag
doelstellingen uitwerken
rekenen 

Slide 1 - Slide

In deze les leer je:
- wat we bedoelen met marktaandeel;
- welke marktvormen er zijn;
- welke kenmerken deze marktvormen hebben;
- het verschil tussen homogene en 
   heterogene producten.   
- Je berekent het marktaandeel    
     
GOAL!

Slide 2 - Slide

Marktvorm 
= het geheel van omstandigheden waaronder ondernemingen 
   met elkaar concurreren (of niet).
We kijken dan naar:
- het aantal aanbieders (één, weinig of veel)
- de aard van het product (homogene of heterogene producten)

neem tabel over van het bord en vul in tijdens de uitleg 

Slide 3 - Slide

We onderscheiden 4 marktvormen:
1   Monopolie
2  Oligopolie
3  Volkomen concurrentie
4  Monopolistische concurrentie

Slide 4 - Slide

Homogene producten
Consumenten zien de producten van de verschillende aanbieders als hetzelfde.

Slide 5 - Slide

Heterogene producten
De consument vindt dat er verschil is tussen de producten van de verschillende aanbieders.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Marktaandeel
 jouw eigen afzet of omzet in % van de totale afzet/omzet van de markt.
= welke formule herken je?

    Om het marktaandeel te vergroten, 
    vindt er soms een fusie  (2 bedrijven worden 1) of 
    overname plaats




Tekst

Slide 9 - Slide

Kartel
= verboden prijsafspraken

Reden: onderlinge 
                concurrentie beperken

Nadelig voor de consument,
dus: VERBODEN!

Slide 10 - Slide

Maken:
opg. 1 t/m 12
(blz. 86 t/m 89)

Slide 11 - Slide

Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?

Slide 12 - Slide

Juist of onjuist?
Als er minder concurrentie is, hebben aanbieders meer invloed op de prijs van hun product.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Wanneer twee bedrijven samen één nieuw bedrijf vormen, spreken we
van een ...
A
overname
B
fusie
C
kartel
D
samenwerkings-verband

Slide 14 - Quiz

Waar kijk je naar om het marktaandeel te kunnen bepalen?
A
Naar de afzet, niet naar de omzet
B
Naar de afzet x prijs, niet naar de omzet
C
Naar de omzet, niet naar de afzet
D
Naar de afzet óf de omzet

Slide 15 - Quiz

De markt werkt het beste als er sprake is van ...
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie

Slide 16 - Quiz

Welke marktvorm kent een klein aantal aanbieders?
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie

Slide 17 - Quiz

Hoe noemen we de verboden prijsafspraken tussen aanbieders?
A
overname
B
fusie
C
kartel
D
samenwerkings-verband

Slide 18 - Quiz

In deze les leer je:
- wat we bedoelen met marktaandeel;
- welke marktvormen er zijn;
- welke kenmerken deze marktvormen hebben;
- het verschil tussen homogene en 
   heterogene producten.   
- Je berekent het marktaandeel    
     
uitwerken

Slide 19 - Slide

Rekenen
blz 97 t/m 99
opdrachten  = 20 minuten
16: kostprijs berekenen
18: BTW + brutowinstmarge
21 = arbeidsproductivteit
24: Vraag & aanbodlijn tekenen
27 marktaandeel 

Slide 20 - Slide

Bespreken: opgave 36 + 37 
(blz. 86)

Slide 21 - Slide

Opgave 36
a   Lenovo:   17,4 ÷ 352,9 × 100 = 4,9%
     

     --> Bereken nu zelf de marktaandelen van 
            Huawei en Xiaomi.

352,9 mln is het totaal van alle verkochte smartphones (zie afbeelding rechts)

Slide 22 - Slide

Opgave 36
b   Afzet van Samsung:
     3e kwartaal 2014:   305,3 mln ÷ 100 × 23,9 = 73,0 mln.
     
      --> Bereken nu zelf de afzet van Samsung in het 3e kwartaal
              van 2015.

Slide 23 - Slide

Opgave 36
a   Lenovo:   17,4 ÷ 352,9 × 100 = 4,9%
     Huawei:  27,3 ÷ 352,9 × 100 = 7,7%
     Xiaomi :   17,2 ÷ 352,9 × 100 = 4,9%

Slide 24 - Slide

Opgave 36
b   Afzet van Samsung:
     3e kwartaal 2014:   305,3 mln ÷ 100 × 23,9 = 73,0 mln.
     3e kwartaal 2015:   352,9 mln ÷ 100 × 23,7 = 83,6 mln.
Dus: de afzet van Samsung was gestegen 
(hoewel het marktaandeel van Samsung was gedaald!).
Wat is er dus gebeurd met de totale markt van smartphones? 

groei of krimp?
De totale markt is gegroeid!

Slide 25 - Slide

Opgave 37
b  Van de andere supermarkten nam het marktaandeel van Lidl 
     het meest toe, nl. een stijging van 5,4% naar 9,7%:

     --> Bereken nu zelf de stijging in procenten?

Slide 26 - Slide

Opgave 37
a   
 
   

Slide 27 - Slide

Opgave 37
a   Omdat Jumbo door de overnames zijn marktaandeel heeft 
      vergroot en daardoor een belangrijkere concurrent van 
      Albert Heijn is geworden.
 
   

Slide 28 - Slide

Opgave 37
b  Van de andere supermarkten nam het marktaandeel van Lidl 
     het meest toe, nl. een stijging van 5,4% naar 9,7%:

   nieuw – oud                       9,7 – 5,4
  --------------- × 100 =   ------------ × 100 = 79,6% stijging
            oud                                      5,4

Slide 29 - Slide