Personeelsbeleid Werving en Selectie: de selectie

• Handhaving
• MBO
• Studiejaar 1

Personeelsbeleid Werving en Selectie: de selectie

Log in en laat even weten...
Hoe zit je er bij?

Leerdoelen

Selectieproces

1. selectiecriteria opstellen
   
2. kandidaten selecteren
   
3. selectiegesprekken voeren
   

4. een keuze maken.

1. Selectiecriteria opstellen

Eigenschappen  ieder geval moet voldoen om geschikt te zijn voor de functie. 

Gaan over: de gevolgde opleiding, de werkervaring, en persoonlijke eigenschappen en vaardigheden van de kandidaat.

 de functieomschrijving en het functieprofiel  (vacature)

2. Kandidaten selecteren

• Sollicitaties screenen (voldoen aan harde eisen)

• C.V. + motivatiebrief

• Een selectie maken

Tips bij het selecteren van kandidaten

1. Eerste indruk brief en cv.

2. Hoe origineel is de sollicitatiebrief?

3. Lees tussen de regels door.

4. Laat je niet verblinden

5. Sommige brieven en cv’s kunnen je aan het twijfelen brengen.

6. Houd twijfelgevallen in portefeuille.

7. Verzamel onafhankelijke informatie.

8. Maak een matrix.

3. Selectiegesprekken voeren

Gesprek voorbereiden

Een sollicitatiegesprek heeft verschillende doelen:

Je wilt een goede indruk krijgen van de persoonlijkheid van de kandidaat.

Je wilt informatie uit de brief of het cv aangevuld krijgen.

Je wilt de kandidaat een goed beeld geven van de functie en de organisatie.

Kandidaten uitnodigen

De uitnodiging (e-mail) is kort en duidelijk en bevat de volgende informatie:

• De personen en hun functie die namens de organisatie bij het gesprek aanwezig zijn
  
• Het adres waar het gesprek plaatsvindt, inclusief routebeschrijving
  
• Hoe laat het gesprek begint en hoelang het ongeveer zal duren.

Sollicitatiegesprek voeren

Introductiefase

• op gemak stellen

• aanwezigen voorstellen

• uitleg verloop van gesprek

2. Informatiefase

• kort informatie over de organisatie, het team en de functie
• vragen stellen
• doorvragen op antwoorden
• vragen of kandidaat vragen heeft
• aantekeningen maken

3. Afrondingsfase

korte samenvatting gesprek

1e indruk wat kandidaat heeft van gesprek

indruk van kandidaat (niets over geschiktheid)

Procedure

STAR methode

S:Situatie

• Je geeft een voorbeeld van een probleemsituatie en stelt daarover vragen aan de kandidaat. 
• Heeft hij deze situatie al eens meegemaakt? 
• Wat was de aanleiding voor de gebeurtenis? 
• Wat was de rol van de kandidaat op dat moment?

T:Taak

• Je hebt de situatie van het probleem helder.
•  Nu vraag je welke taak de kandidaat had. 
• Wat moest hij precies doen? 
• Wat werd er van hem verwacht? 
• Wat waren zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden?

A:Actie

• Je vraagt welke actie de kandidaat heeft ondernomen om het probleem (de situatie) op te lossen. 

• Hoe heeft hij zijn taak aangepakt? Wat heeft hij feitelijk gedaan?

R:Resultaat

• Je vraagt welk resultaat of effect de kandidaat heeft bereikt met zijn actie. 

• Hoe succesvol was de actie?

R:Reflectie

• Eventueel kun je de kandidaat vragen wat hij in het vervolg anders zou willen doen. 

• Je kunt dan kijken of hij geleerd heeft van zijn gedrag.

Voorbeeldvragen STARR-methode

• Kun je een voorbeeld geven van een situatie waarin je moest samenwerken met een collega met wie het botste? (situatie)
• Wat was jouw taak? (taak)
  
• Wat heb je gedaan? (actie)
  
• Hoe ging je met de situatie om? (actie)
  
• Hoe reageerde je collega? (resultaat)
  
• Wat was het effect hiervan? (resultaat)
  
• Wat zou je de volgende keer anders doen? (reflectie)
  
• Vragen die je moet vermijden, zijn vragen die je alleen met ja of nee kunt beantwoorden. Dit noem je gesloten vragen.

Verder verloop

Na t 1e gesprek: overleg met collega's

minst geschikte afwijzen

2e gesprek:

andere collega

andere vragen

salarisindicatie

Assessments afnemen

4. Keuze maken

Bronnen:

Je beoordelingsformulieren. 

Het overleg met je collega’s die ook bij de gesprekken aanwezig waren.

Je eigen gevoel.

Afwijzen kandidaten (meestal telefonisch)

Afspraak maken met gekozen kandidaat

Algemene wet gelijke behandeling (AWGB)

Gelijke behandeling voor bij het aanbieden van werk, huisvesting, goederen en diensten

De wet verbiedt dat er onderscheid wordt gemaakt op grond van:

 godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, zwangerschap, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat

Deze wet wordt aangevuld met soortgelijke wetten voor andere doelgroepen:

Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ): 

deze wet verbiedt discriminatie vanwege ziekte of handicap.

Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (WGBL): deze wet verbiedt discriminatie vanwege een te hoge of lage leeftijd.