P4 Week 6 Emoties deel II

Emoties Deel II
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Emoties Deel II

Slide 1 - Slide

  1. Herhaling
  2. Uitleg: cognitieve benadering van emoties
  3. Opdracht: boze gamer jongen
  4. SO bespreken
Programma

Slide 2 - Slide

Maak het werkblad over de naturalistische en 
sociaal-constructivistische benadering van emoties.
Herhaling

Slide 3 - Slide

Naturalistische benadering: Bekijkt emoties als een lichamelijke reactie, vooral vanuit biologie.
Sociaal-constructivistische benadering: Bekijkt emoties als bepaalt door de geschiedenis en maatschappij.
Cognitieve benadering: Bekijkt emoties als een manier om informatie te verzamelen. 
Cognitieve benadering van emoties

Slide 4 - Slide

Stelling:

"Door emoties kunnen mensen niet verstandig handelen."
Cognitieve benadering van emoties

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Cognitieve benadering van emoties

Slide 7 - Slide

Marta Nussbaum
  • Canadees filosoof (1947-nu)
  • Baseert haar werk veel op Aristoteles
  • Zegt dat emoties en verstand niet tegenover elkaar staan.
Cognitieve benadering van emoties

Slide 8 - Slide

Emoties zijn intelligente reacties gebaseerd op wat we waardevol vinden

  • Cognitief: Gebaseerd op wat we weten
  • Evaluatief: Gebaseerd op hoe we een situatie beoordelen
  • Niet het tegenovergestelde van het verstand
Cognitieve benadering van emoties

Slide 9 - Slide

Kies de naturalistische, sociaal-constructivistische of de cognitieve benadering van emoties.
Leg vervolgens uit hoe deze benadering het gedrag van de boze jongen in het filmpje zou verklaren.
Oefenvraag:

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Kies de naturalistische, sociaal-constructivistische of de cognitieve benadering van emoties.
Leg vervolgens uit hoe deze benadering het gedrag van de boze jongen in het filmpje zou verklaren.
Oefenvraag:

Slide 12 - Slide

Lees je SO en de vragen door

Als je klaar bent lees je paragraaf 1.3.5 in het boek.
SO

Slide 13 - Slide