What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
1ha chapitre 3 - het bezittelijk voornaamwoord
Planning du jour
Focusleren
Français en classe
Au travail
Het bezittelijk voornaamwoord
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Planning du jour
Focusleren
Français en classe
Au travail
Het bezittelijk voornaamwoord
Slide 1 - Slide
Focusleren
Lees -luistertoets
(F > N) - Chapitre 1, 2 + 3
timer
5:00
Slide 2 - Slide
Français en classe
1. Tu aimes .... ? 2. Tu préfères ... ou ... ?
3. Tu es en quelle classe?
4. Tu as quelles matières ...?
5. Quelle heure est-il ?
6. Qui est ton prof de ... ?
- C'est monsieur, madame ...
7. Il/elle est
sévère
?
timer
5:00
kwart over 12
Slide 3 - Slide
Het bezittelijk voornaamwoord
C'est mon billet!
Ce n'est pas ton billet!
Slide 4 - Slide
Het bezittelijk voornaamwoord (Nederlands)
Slide 5 - Slide
Het bezittelijk voornaamwoord (Frans)
"Mijn" heeft 3 betekenissen:
voor mannelijke woorden (le)
voor vrouwelijke woorden (la)
voor meervoudswoorden (les)
MON
MA
MES
le stylo
la maison
les parents
C'est
mon
stylo.
C'est
ma
maison.
Ce sont
mes
parents.
Slide 6 - Slide
Français en classe
timer
5:00
Slide 7 - Slide
Au travail
page: cent-vingt-six
30b
- lees de grammatica.
30c
- beantwoord de vragen.
30d
- vertaal het onderstreepte woord in het NL.
31a
- kies het goede woord.
31b
- vertaal in het Frans.
31d
- Beantwoord de vragen, gebruik het bezit. vnw.
Slide 8 - Slide
In welke zin staat een bezittelijk voornaamwoord?
A
Ik heb een grote hond.
B
Ik heet Jan.
C
Dat zijn mijn ouders.
D
Heb jij een nieuwe fiets?
Slide 9 - Quiz
Vertaal "Het is MIJN rugtas."
C'est ___ sac à dos.
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 10 - Quiz
Vertaal: "Dat zijn MIJN boeken."
Ce sont ___ livres.
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 11 - Quiz
Vertaal: "Sophie is MIJN zus."
Sophie est ___ soeur.
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 12 - Quiz
Jullie vader is aardig.
____ père est sympa.
A
votre
B
notre
C
vos
D
nos
Slide 13 - Quiz
Hun vrienden zijn Frans.
____ amis sont français.
A
nos
B
leur
C
leurs
D
notre
Slide 14 - Quiz
Mijn vriendin spreekt Engels.
___ copine parle anglais.
timer
0:30
Slide 15 - Open question
Haar oma is oud.
___ grand-mère est vieille.
timer
0:30
Slide 16 - Open question
Uw huis is duur.
____ maison est chère.
timer
0:30
Slide 17 - Open question
More lessons like this
1ha chapitre 3 - vidéo l'école
January 2023
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Ma vie au collège - bezittelijk voornaamwoord
May 2023
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Ma vie au collège - les 4 - grammatica
July 2023
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2a2 chap2 grammaire D (bijvoeglijk naamwoord)
29 days ago
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2a2 chap2 grammaire D (bijvoeglijk naamwoord)
September 2024
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
quatorzième cours (les verbes en -er + kijk luister school)
December 2023
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
1AH - bron H - c.3 ed.6.1 - 27/5
May 2024
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1vm Toets Hoofdstuk 3
February 2023
- Lesson with
40 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1