Leesmanieren les 2

Leesmanieren Nederlands
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Leesmanieren Nederlands

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
1) Aan het eind van deze les kunnen jullie 2 verschillende leesmanieren benoemen

2) Aan het eind van deze les kunnen jullie uitleggen wat het nut is van de 2 verschillende leesmanieren

3) Aan het eind van deze les kunnen jullie uitleggen hoe je de 2 verschillende leesmanieren kunt toepassen

Slide 2 - Slide

Leesmanieren:

Oriënterend lezen
Scannend lezen
Zoekend lezen
Globaal lezen
Studerend lezen
Kritisch lezen
Vandaag:

Zoekend lezen
&
Globaal lezen


Wat is het nut?

Hoe kan ik deze methodes gebruiken?




Slide 3 - Slide

Zoekend lezen
Bij zoekend lezen weet je al wat je wilt weten.



- Lees niet de hele tekst
- Direct op zoek gaan naar de info die je nodig hebt
- Let op: "opvallende" woorden

Slide 4 - Slide

Globaal lezen
Bij globaal lezen wil je een algemeen beeld van de tekst krijgen of wil je weten of je de tekst interessant vind.


- Let op: titels, tussentitels, illustraties, lengte, moeilijkheidsgraad en de bron
- Bekijk: alinea's / woorden die vetgedrukt, gecursiveerd of onderstreept zijn

Slide 5 - Slide

OEFENEN!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Zoekend lezen
Vraag:

In alinea 4 staat dat de Spoorwegen steeds meer extra, goedkopere treinen is in gaan zetten. In welke eeuw was dit?


Slide 8 - Slide

Globaal lezen
Vraag:

Wat weet je al over het onderwerp van de tekst?


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Zoekend lezen
Vraag:

In alinea 4 noemt de schrijver meerdere datums? Welke datums noemt hij?

Slide 11 - Slide

Globaal lezen
Vraag:

Waar komt deze tekst vandaan?

Slide 12 - Slide

Zoekend lezen

Nut: 
Ik weet wat ik wil weten


Hoe?
- Lees niet de hele tekst
- Direct op zoek gaan naar de info die je nodig hebt
- Let op: "opvallende" woorden
Globaal lezen

Nut?
Ik wil een algemeen beeld over de tekst krijgen of ik wil weten of ik de tekst interessant vind

Hoe?
- Let op: titels, tussentitels, illustraties, lengte, moeilijkheidsgraad en de bron

- Bekijk: alinea's / woorden die vetgedrukt, gecursiveerd of onderstreept zijn

Slide 13 - Slide

Lesdoelen
1) Aan het eind van deze les kunnen jullie 2 verschillende leesmanieren benoemen

2) Aan het eind van deze les kunnen jullie uitleggen wat het nut is van de 2 verschillende leesmanieren

3) Aan het eind van deze les kunnen jullie uitleggen hoe je de 2 verschillende leesmanieren kunt toepassen

Slide 14 - Slide

Volgende week:

Precies lezen
Oriënterend lezen

Slide 15 - Slide