di 30 nov Leesmanieren en onderwerp en opbouw

Leesdoelen of leesmanieren
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leesdoelen of leesmanieren

Slide 1 - Slide

Leesmanieren
Er zijn drie leesmanieren:

  • Oriënterend lezen;
  • Grondig lezen;
  • Zoekend lezen. 

Slide 2 - Slide

5

Slide 3 - Video

Welke leesmanier?
A
zoekend lezen
B
studerend lezen
C
intensief lezen
D
globaal lezen

Slide 4 - Quiz

Op welke leesmanier vind je het onderwerp van de tekst?
A
Globaal lezen
B
Oriënterend lezen
C
Precies lezen
D
Zoekend lezen

Slide 5 - Quiz

Wat is géén leesmanier?
A
voorspellend lezen
B
ontspannend lezen
C
scannend lezen
D
grondig lezen

Slide 6 - Quiz

Welke leesmanier hoort bij de afbeelding?
A
zoekend lezen
B
verkennend lezen
C
nauwkeurig lezen
D
studerend lezen

Slide 7 - Quiz

Wat is GEEN leesmanier?
A
Ontspannend lezen
B
Kritisch lezen
C
Zoekend lezen
D
Vragend lezen

Slide 8 - Quiz

WELKE LEESMANIER GEBRUIK JE ALS JE JE VOORBEREID OP EEN TOETS
A
ORIËNTEREND LEZEN
B
ZOEKEND LEZEN
C
GRONDIG LEZEN
D
STUDEREND LEZEN

Slide 9 - Quiz

Wat is GEEN leesmanier?
A
vragen stellen
B
intensief lezen
C
globaal lezen
D
verkennend lezen

Slide 10 - Quiz

WELKE LEESMANIER GEBRUIK JE ALS JE EEN TEKST WIL BEGRIJPEN
A
ORIËNTEREND LEZEN
B
ZOEKEND LEZEN
C
GRONDIG LEZEN
D
STUDEREND LEZEN

Slide 11 - Quiz

Welke leesmanier past bij de stap 'Verkennen'?
A
Zoekend lezen
B
Grondig lezen
C
Verkennend lezen

Slide 12 - Quiz

Welke leesmanier bestaat niet?
A
oriënterend lezen
B
globaal lezen
C
grondig of intensief lezen
D
precies lezen

Slide 13 - Quiz

Welke leesmanier gebruik je als je het onderwerp van een tekst wil weten?
A
Oriënterend lezen.
B
Globaal lezen.

Slide 14 - Quiz

Welke leesmanier hoort bij de afbeelding?
A
zoekend lezen
B
verkennend lezen
C
nauwkeurig lezen
D
studerend lezen

Slide 15 - Quiz

Onderwerp en opbouw

Slide 16 - Slide

Intensief lezen 
Verkennend lezen
Globaal lezen 
Zoekend lezen
Je leest niet de hele tekst maar je gaat direct op zoek naar de informatie die je nodig hebt
Voor je de tekst helemaal doorleest, bekijk je eerst de opmaak van de tekst. Je kijkt naar de titel en tussentitels, de algemene lay-out (opbouw van de tekst met alinea's, afbeeldingen...) en de cursief of vet gedrukte woorden en zinnen.
Je leest de tekst niet aandachtig door, maar bekijkt deze snel door naar titel, plaatjes, bronnen en tussenkopjes te kijken. Hierdoor krijg je een indruk van de tekst en kun je al nagaan wat je al weet van dit onderwerp.
Je leest de tekst heel aandachtig en grondig. 

Slide 17 - Drag question

timer
2:00
Inleiding
slot
middenstuk
anekdote
conclusie
geen nieuwe informatie
een of meerdere vragen stellen
aanleiding vertellen
onderwerp aankondigen
functie is aandacht treken
functie: opbouw/tekststructuur vertellen
functie: hoofgedachte uitwerken
functie: deelonderwerpen bespreken
samenhang door verbindingsmanieren
samenvatting
meerdere alinea's
functie: tekst afsluiten
advies

Slide 18 - Drag question

MIDDENSTUK
INLEIDING
SLOT
Aanleiding v/d tekst
Voorbeeld bij het onderwerp
Leuk, kort verhaaltje bij het onderwerp
Belangrijke vraag
Mening
Opbouw v/d tekst
Deelonderwerpen uitgebreid besproken
Hoofdgedachte v/d tekst
Advies
Conclusie
Samenvatting
Toekomstverwachting
Antwoord op vraag

Slide 19 - Drag question

Huiswerk voor do 2 dec
Maken opdr 4 t/m 6

Blz. 39 t/m 42

Slide 20 - Slide