This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Slide
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over....
Slide 2 - Open question
In het Frans..
past het bijvoeglijk naamwoord zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. Let dus op of het zelfstandig naamwoord MANNELIJK, VROUWELIJK en/of MEERVOUD is.
Slide 3 - Slide
Par exemple:
Ik heb een groot huis.
J'ai une grande maison.
Omdat het woord "huis" in het Frans vrouwelijk is, moet je het bijvoeglijk naamwoord "groot/grand" aanpassen.
Leer de 4 bijvoeglijke naamwoorden met een onregelmatige vorm dus goed!
bon
beau
nouveau
vieux
Slide 13 - Slide
Plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord staat in het Frans meestal achter het zelfstandig naamwoord.
Une robe noire = Een zwarte jurk
Slide 14 - Slide
Uitzonderingen:
De volgende bijvoeglijke naamwoorden komen echter VOOR het zelfstandig naamwoord:
Slide 15 - Slide
beau
nouveau
vieux
bon
grand
petit
Slide 16 - Slide
Exemple:
J'ai une..........soeur..................(petite)
"Petit" staat bij de uitzonderingen, dus komt "petite" voor "soeur" te staan.
J'ai une petite soeur.
Slide 17 - Slide
une.......mère..........(groot)
A
une grande mère
B
une mère grande
C
une grand mère
D
une mère grand
Slide 18 - Quiz
les...................yeux...........(blauw)
A
les bleus yeux
B
les bleu yeux
C
les yeux bleus
D
les yeux bleues
Slide 19 - Quiz
Kijk dus goed naar:
- de plaats van het bijvoeglijk naamwoord. Het is dus noodzakelijk dat je weet welke bijvoeglijke naamwoorden voor of achter het zelfstandig naamwoord komen.