2.1 Het skelet

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welkom! 

Welkom :)

Deze les:

• Voorstellen.
• Informatie Biologie 3 Basis.
• Lesdoel + uitleg.
• Aan de slag.
• Afsluiten.

Voorstellen

Naam:          Meneer Wakker  (WAJ).
Vakken:       Biologie en LO.
Geboren:    Op 10-01-98 Urk (26 jaar).

Waar zat ik op school?   - CZ  - Emelwerda,

 - Calo Zwolle - NHL Stenden Leeuwarden        
Hobby's:     Voetbal en muziek

Voorstelrondje

Je naam  ?

Je hobby wat doe je graag ?

Vertel iets leuks over jezelf wat wil je worden? 

Wat verwacht ik van jullie?

• Spullen voor elkaar (etui met pen, potlood, gum en kleurtjes, liniaal)

• Iets vergeten? Zeg dat aan het begin van de les.

• Als iemand aan het woord is luister je!

• Aantekeningen maken is slim.

Wat verwachten jullie van mij als docent?

BIOLOGIE IN DE BOVENBOUW

Wat valt je op? 

PTA = Programma van Toetsing en Afsluiting.

• PTA toetsen tellen mee voor het eindexamen
• Elke Toetsweek (27 november) een PTA! 
• Alle praktische opdrachten tellen ook mee als PTA!

Vandaag: Hoofdstuk 2 

2.1 Het skelet

Lesdoel:

• Je kunt de 4 taken van het skelet benoemen.
• Je kunt vertellen hoe een bot is opgebouwd.

Het skelet /Beenderen stelsel

Waarom hebben wij een skelet?

Het skelet heeft 4 taken:...........

Taak 1:

• Stevigheid geven.

• Het skelet geeft stevigheid, zonder zou je er zo uitkomen te zien

Taak 2:

• Bescherming geven.

• Het skelet zorgt ervoor dat bepaalde organen beschermt worden.

• Zoals de borstkast de longen en het hart

Taak 3:

• Het bewegen van je lichaam (in combinatie met spieren).

• Je botten en spieren zorgen ervoor dat je kunt bewegen.

Taak 4:

• Je skelet met zijn botten geven je lichaam vorm.

• Hierdoor is er bijvoorbeeld onder je ribben een plekje voor je longen. 

De 4 taken van je skelet zijn?

1.

2.

3.

4.

2 Soorten botten:

1. Ronde botten / beenderen :

• Zijn rond en zijn gevuld met merg. (De fabriekjes van bloedcellen).

• Zitten vast aan gewrichten.

(Zoals je opperarmbeen of dijbeen) .

2 Soorten botten:

2. Platte botten/ beenderen:

• Plat.

• Vaak ter bescherming. 

(zoals je ribben of schouderblad) 

Opbouw van een bot:

Kraakbeen: Zodat botten soepel langs elkaar kunnen bewegen.

Bot/Beenweefsel: Het harde witte wat je bot sterkt maakt.

Geel beenmerg: Zit in je bot, soort vet opslag (alleen in ronde botten).

Beenvlies: Een vlies met bloedvaten en zenuwen, voor voedingstoffen.

Aan de slag!

• Hoofdstuk 2.1 Het skelet. Bladzijde 66.
• Maken opdracht 1 tot 10 in je werkboek!
• Vragen? Stel gerust.
• Klaar? Stel gerust.
• Tip: Maak er tekeningen bij! Om het beter te onthouden.

Welkom! 

Welkom :)

Deze les:

• Terugblik 2.1 + Nakijken.
• Lesdoel.
• Aan de slag.

Terugblik:

De 4 taken van je skelet zijn?

1.

2.

3.

4.

Het lesdoel:

• Je kunt de meeste botten van het skelet benoemen.

• Je kunt vertellen wat het verschil is tussen kraakbeenweefsel en botweefsel.

Quizvraagje:

1. Als wij iets heel klein is in de biologie gebruiken wij een?
2. Hoe zou jij een cel omschrijven?
3. Wat is een weefsel?

Terugblik:

Een weefsel = een groepje (zelfde) cellen.

Een bot bestaat dus uit:

                                                     botcellen.

                                                     kraakbeencellen.

Een stukje bot onder de-

microscoop:

We zien:

• Een botcellen/beencellen.
• Heel veel kalk (stoepkrijt).

Hoe noemen we een groepje botcellen?

Een stukje kraakbeen onder-

de microscoop:

We zien:

• Kraakbeencellen.
• Lijmstof (gummetje).

Hoe noemen we een groepje kraakbeen-

cellen?

Het skelet/

Beenderenstelsel:

Nakijken:

• Flexboek op tafel
• Hoofdstuk 2.1 Het skelet.