Tijdvak 4 (herhaling en oefening)

1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

welkom
2. intro
3. tv 3
4. tv4
5. examenopdrachten


Slide 2 - Slide

Welke van de volgende KA's behoort NIET tot de periode van de middeleeuwen?
A
Het ontstaan en de verspreiding van de Islam
B
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als eerste monotheistische godsdiensten
C
De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, bijvoorbeeld door kruistochten
D
Het conflict in de christelijke wereld tussen de wereldlijke en geestelijke macht wie de hoogste macht heeft.

Slide 3 - Quiz

Welk antwoord kan dienen als voorbeeld bij het Kenmerkende Aspect "Het begin van staatsvorming en centralisatie"
A
De heer eist van de horige boer dat deze zijn land niet verlaat
B
De koning stuurt zijn broer mee op kruistocht
C
De koning maakt een eigen leger met huurlingen
D
Karel de Grote voert het feodalisme in

Slide 4 - Quiz

De feodale heer geeft de stad zijn stadrechten omdat;
A
hij behoefte heeft aan geld
B
het stedelijke leger groter is dan zijn leger
C
het moet van de koning (die een centralisatieproces op gang brengt
D
hij voor zijn voorziening van eten afhankelijk is van de stad

Slide 5 - Quiz

De komst van de steden betekent een einde aan het onderwijsmonopolie van de kloosters
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Waar of niet waar:
Als de Duitse keizer een bisschop tot leenman benoemt, ondermijnt hij indirect de afspraken van het Concordaat van Worms
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

1
deze munt verwijst naar een KA uit tijdvak 2. Welke?

Slide 8 - Slide

3

Slide 9 - Slide

6

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Rond 1000 n.Chr

Slide 13 - Slide


Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000


  • Drieslagstelsel
  • IJzeren ploeg
  • Hals-juk

Slide 14 - Slide


Steeds meer handel
  • Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op
  • Overschotten worden verkocht of geruild op markten 
  • Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel
  • Einde aan de aanvallen van Vikingen in West-Europa: meer veiligheid
  • Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Investituur
  • Investituur: een plechtige benoeming
  • Om de macht te vergroten, benoemden Duitse keizers vanaf de 10e eeuw bisschoppen als vazal
  • Meer trouwer aan de keizer dan de paus en geen gevaar van erfzonen (vanwege het celibaat)

Slide 22 - Slide

de investituurstrijd
  • tweezwaardenleer belangrijk
  • waar ligt het primaat? (hoogste gezag)
  • Bisschoppen benoemd door de keizer 
  • Strijd tussen Gregorius VII en Duitse keizer Hendrik IV over benoeming geestelijken


Slide 23 - Slide

Er volgt een investituurstrijd
  • Paus Gregorius VII (1075): alleen ik mag bisschoppen benoemen.
  • Duitse keizers en koningen: wij willen dat ook zelf doen
  • Duitse keizer is zijn macht over de bisschoppen dus kwijt....

Slide 24 - Slide

excommunicatie Hendrik IV
Canossa (1077)

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide


Problemen in het 
Byzantijnse Rijk



  • De keizer van het Byzantijnse Rijk (Alexios I Komnenos) voelt zich bedreigd.
  • moslims hebben Jeruzalem in hun macht en zijn dichtbij zijn Rijk.
  • De keizer vraagt de paus om hulp.

Slide 27 - Slide


Een Heilige Oorlog


  • In 1095 roept paus Urbanus II op tot een heilige oorlog, een kruistocht.
  • Doel 1: Bevrijden van het Heilig Land Palestina van de moslims
  • Doel 2: Terugdringen van de Turkse invallen in het Byzantijnse rijk

Slide 28 - Slide

"God wil het!"

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

examenopdrachten

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide