BF 3 Week 5 Zintuigen

BF 3 week 5 Zintuigen (119 t/m 132)
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 34 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

BF 3 week 5 Zintuigen (119 t/m 132)

Slide 1 - Slide

lesdoelen

- je kan de algemene functie van de zintuigen benoemen

- je kan de 5 zintuigen beschrijven

- je benoemt de 3 functies van de tong

- je benoemt de 4 smakenpapillen en waar de diverse smaakzones aanwezig zijn op de tong

-je legt uit waarom het neusslijmlies vochtig dient te zijn.

- je beschrijft de functie van het oog en werking ( de 3 vliezen, rol van de kegels en staafjes in het oog).

- je beschrijft accommoderen van de ooglens in eigen woorden

- Je beschrijft de 3 onderdelen van het oor en weet waarvoor deze dienen.

-je beschrijft in eigen woorden de werking vh evenwichtsorgaan

- je benoemt wat verstoring van het evenwichtsorgaan aan verschijnselen laat zien


Slide 2 - Slide

Functie van zintuigen

Via zintuigen sta je in contact met je omgeving.

De zintuigen kunnen waarschuwen voor gevaar, of als het lichaam beschadigd dreigt te worden.

Zintuigen : vangen van prikkel vanuit de omgeving

Waarnemen : prikkels omzetten in signalen die via de zenuwen naar de hersenen gaan.

In de hersenen --> bewustzijn --> hierdoor prikkel gewaar.




Slide 3 - Slide

Diverse zintuigen

1. gevoelszintuig (tast, temperatuur, pijn, propriocepsis)

2. smaakzintuig

3.reukzintuig

4.gezichtzintuig

5.gehoorszintuig en evenwicht

    
      
      
   
      
      
   

    7

   
     
       
          Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
       
     
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   

   
   

   
   
     
       
          diverse zintuigen
       
     
   

   
   
     
        1. gevoelszintuig (tast, temperatuur, pijn, proriocepsis)2. smaakzintuig3. reukzintuig4. gezichtszintuig5.gehoorszintuig en evenwicht
     
   

   
  
 

 
 
 
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
 

   
     
     
        Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
     
     
   

    7

   
     
       
          Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
       
     
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   

   
   

   
   
     
       
          diverse zintuigen
       
     
   

   
   
     
        1. gevoelszintuig (tast, temperatuur, pijn, proriocepsis)2. smaakzintuig3. reukzintuig4. gezichtszintuig5.gehoorszintuig en evenwicht
     
   

   
  
 

 
 
 
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
     
    
    
    
    
    
  
  )

2. smaakzintuig

3. reukzintuig

4. gezichtszintuig

5.gehoorszintuig en evenwicht

Slide 4 - Slide

Gevoelszintuig

Tast, temperatuur, druk en pijn : receptoren bereiken ons via de huid en slijmvliezen.


Propriocepsis ( dieptesensibiliteit) receptoren in pezen en spieren en gewrichtskapel. Dit geeft informatie over de stande van het lichaam in de ruimte.


 









































zintuig



anatomie



prikkel



gewaarwording



gehoor



oren



luchttrilling



horen



gezichtsvermogen



ogen



licht



zien



reukzin



neus



stoffen



ruiken



smaakzin



tong



stoffen



proeven



tastzin



huid



vervorming van de huid



voelen


 




 




 









































zintuig



anatomie



prikkel



gewaarwording



gehoor



oren



luchttrilling



horen



gezichtsvermogen



ogen



licht



zien



reukzin



neus



stoffen



ruiken



smaakzin



tong



stoffen



proeven



tastzin



huid



vervorming van de huid



voelen


 




 





 









































zintuig



anatomie



prikkel



gewaarwording



gehoor



oren



luchttrilling



horen



gezichtsvermogen



ogen



licht



zien



reukzin



neus



stoffen



ruiken



smaakzin



tong



stoffen



proeven



tastzin



huid



vervorming van de huid



voelen


 




 



Slide 5 - Slide

Receptoren

Eindpunten van gevoelszenuwen.

Het zijn dunne vrije zenuwuiteinden ide vlak onder de huid of het slijmvlies of rondom haarwortels liggen.


Deze vangen tast-, druk-, temperatuur-, en pijnprikkels



Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Reflexen

beschermingsreactie
van het lichaam via het autonome zenuwstelsel.

BIJV:

Als we per ongeluk een heet
voorwerp aanraken, trekken we heel snel onze hand terug, nog voordat we de pijn  gewaarworden.



Slide 8 - Slide

Smaakzintuig

Slide 9 - Slide

Functies van de mond
Spijsvertering
Eten en drinken komt via je mond je lichaam binnen. Wanneer je eten of drinken doorslikt, komt het via je slokdarm in de maag.
Ademhaling
De mondholte staat namelijk in contact met je luchtpijp. 
Spraak
In samenwerking met je stembanden. Je lippen, tong en kaken spelen een belangrijke rol bij het vormen van klanken

Slide 10 - Slide

Smaakpapillen 
Het smaakzintuig bevindt zich in de smaakpapillen
Deze komen voor op de bovenkant van de tong en in het slijmvlies van de mond-keelholte. In de smaakpapillen eindigen de fijnste vertakkingen van de smaakzenuwen. 
Hier worden de smaakprikkels omgezet in signalen en verder geleid naar de hersenen. 
Daar worden we ons bewust wat we proeven. 
De smaak heeft een regelende functie bij de afscheiding van speeksel en maagsap.
 

Slide 11 - Slide

vier smaakkwaliteiten
  • Zoet  punt van de tong;
• Zuur  zijkanten;
• Zout  zijkanten;
• Bitter  achterkant.

Je hebt 10.000 smaakpapillen in je tong, mondslijmvlies, lippen, tandvlees en boven aan de keel 

Slide 12 - Slide

Proeven:
Is een combinatie van reuk en smaak 

Als reuk is verstoord dan is de smaak veel minder goed. 

Slide 13 - Slide

Reflexen 
Reukprikkels kunnen ook (onbewust) reflexen veroorzaken; 

bijvoorbeeld bij het ruiken van iets lekkers kan het water in de mond lopen

Slide 14 - Slide

Reukzintuig 
Reukprikkels worden opgevangen door het reukzintuig.
In dit slijmvlies bevinden zich cellen die gevoelig zijn voor reukprikkels


Slide 15 - Slide

Hulporganen van het oog:
 wenkbrauwen, 
oogleden, 
wimpers,
traanvocht, 
oogspieren 

Slide 16 - Slide

Schematische doorsnede van het oog 

Slide 17 - Slide

Gezichtszintuig
Het gezichtszintuig bevindt zich in het netvlies aan de binnenzijde van de oogbollen
De oogbollen liggen elk in een holte van het schedel; de oogkas. Ze zijn omgeven door spiertjes die de oogbewegingen tot stand brengen, en vetweefsel.

t

Slide 18 - Slide

Hulporganenen van het oog:
• Wenkbrauwen;
• Oogleden met wimpers;
• Oogspieren;
• Traanapparaa

Slide 19 - Slide

De oogbol (bulbus oculi) bestaat uit drie lagen: 3 vliezen
1. Een buitenste laag: de harde oogrok (sclera) en het hoornvlies (cornea);
2. Een middelste laag: het vaatvlies (choroidea) en het regenboogvlies (iris);
3. Een binnenste laag: het netvlies (retina).

Slide 20 - Slide

oefenafbeelding oog

Slide 21 - Slide

Antwoord op de tekening 
1. pupil                 2. netvlies                3. oogzenuw  
4.blinde vlek    5. harde oogrok      6. lens   
7. gele vlek        8. vaatvlies               9. glasachtig lichaam    
10. oogspier       11. hoornvlies       12. regenboogvlies

Slide 22 - Slide

Netvlies
Het netvlies vormt de binnenste bekleding van de oogbollen. Hierin vertakt de oogzenuw zich in de receptoren tot fijne draadjes die de lichtprikkels opvangen. Deze receptoren noemen we staafjes en kegeltjes
Staafjes gebruik je in schemerlicht, de kegeltjes bij daglicht.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

  • 1. hoornvlies 
  • Helder en doorzichtig 
  • 2. pupil 
  • Zwart gat in regenboogvlies (iris) Kan vernauwen en verder openen 
  • 3. lens 
  • Kan platter en boller worden 
  • (accomoderen) 
  • Bepaalt het scherp zien 
  • 4. glasachtig lichaam 
  • Moet helder zijn 

  • 5. netvlies (retina)
  • Lichtgevoelige sensoren (staafjes en kegeltjes)
  • 6. oogzenuw
  • Geeft beeld door aan de hersenen  7. blinde vlek
  • Plaats van de oogzenuw
  • 8. gele vlek (macula) Plaats van scherp zien (veel staafjes en kegeltjes)

Slide 25 - Slide

Accomoderende werking 
Als je een voorwerp wilt bekijken dat dichter bij je ogen ligt, moet de ooglens boller worden gemaakt. 

Omdat de ooglens elastisch is, kan hij door het aanspannen of ontspannen van de spiertjes in het straallichaam boller of minder bol worden gemaakt.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Gehoorzintuig

Slide 28 - Slide

3 onderdelen van het oor
  1. Uitwendige oor, met de oorschelp, de uitwendige gehoorgangen en het trommelvlies;
2. Middenoor, bestaande uit de (trommel)holte met daarin drie gehoorsbeentjes; hamer (malleus), aambeeld (incus) en stijgbeugel (stapes);
3. Binnenoor gelegen in het rotsbeen aan de schedelbasis dat bestaat uit een doolhof van kanaaltjes.

Slide 29 - Slide

Buis van Eustachius 
De trommelholte staat door middel van de buis van Eustachius in verbinding met de neus-keelholte, die in verbinding staat met de buitenwereld. 

Slide 30 - Slide

Evenwichtsorgaan 

Slide 31 - Slide

Evenwichtsorgaan 
 Ligt in het rotsbeen in het labyrint  
 3 halfcirkelvormige kanalen
 Vloeistof in de kanaaltjes wordt in beweging gebracht Geleiding via de evenwichtszenuw
  Verwerking in de hersenen vooral in de kleine hersenen (stuurt reflexen aan)



Slide 32 - Slide

Verstoring
 Van het evenwichtsorgaan geeft:
 duizeligheid, 
wagenziekte
 of zeeziekte

Slide 33 - Slide

volgende week
Geen les ivm pinksteren  ( preventie en slaap en waakritme) krijg je nog een opdracht voor.

lesweek  7:
anatomie van het zenuwstelsel 
boek blz 133 t/m 148 

Slide 34 - Slide