This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
VMBO 3K-GT
Inloggen in Lesson Up
Slide 1 - Slide
Het programma
Het lesdoel
uitleg les 52 meervoudsvormen
oefenen LessonUp
terugkoppeling lesdoel
Slide 2 - Slide
Ik weet hoe ik woorden in het meervoud moet schrijven.
ššššš
Slide 3 - Poll
Meervoudsvormen lesdoel:
Doel:
* Je leert woorden met meervoud op 's, (e)n en bijzondere meervouden.
* Aan het einde van de les kan je van een gegeven woord het meervoud opschrijven.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Wat is het meervoud van baby?
Slide 10 - Mind map
In het meervoud schrijf je een zelfstandig naamwoord altijd met het lidwoord 'de': de meisjes
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
meervoud van laars is...
A
laarsen
B
laarzen
Slide 12 - Quiz
Wat is het meervoud van fotograaf?
A
fotograven
B
fotografen
C
fotogravven
D
fotograffen
Slide 13 - Quiz
Wat is het meervoud van penalty?
Slide 14 - Open question
Wat is het meervoud van mogelijkheid?
Slide 15 - Open question
Woorden die eindigen op: a, i, o, u of y krijgen in het meervoud een 's.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
In het meervoud verandert de 's' altijd in een 'z'.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Wat is het meervoud muis?
A
muisen
B
muissen
C
muizen
D
muizzen
Slide 18 - Quiz
Wat is het meervoud van collega?
A
collegas
B
collega's
C
collegaas
D
collegaa's
Slide 19 - Quiz
Schrijf onder elkaar de meervoudsvorm op van de volgende woorden: paraplu, baby, drempel, tafel, bureau, bacterie, stad, ei, drie, kaars, schip, niveau
Slide 20 - Open question
Wat betekent de albatros?
A
een persoon die heel bekend is
B
grote zeevogel met lange vleugels
C
iemand die het nieuws onderzoekt
Slide 21 - Quiz
Wat betekent het gelid?
A
iemand die het nieuws onderzoekt
B
een gevaarlijke toestand
C
opstelling in een rij
Slide 22 - Quiz
wat betekent de academicus?
A
iemand die een diploma van de universiteit heeft
B
iemand die verschillende onderzoeken heeft verricht op een hoog niveau
C
iemand die een universiteit heeft opgericht
Slide 23 - Quiz
Wat is het meervoud van 'keuze'?
Slide 24 - Mind map
Ik weet hoe ik woorden in meervoud moet schrijven.