P4 - week 6 - 31 mei 2023

P4 - week 6 - 31 mei 2023
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

P4 - week 6 - 31 mei 2023

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
Leerdoelen voor vandaag:

* Ik reflecteer op mijn schrijfopdracht Spaans
* Ik herhaal de Spaanse werkwoorden 'poder' en 'saber', en ik weet hoe ik die moet toepassen
* Ik kan de belangrijkste informatie uit een luistertekst halen
* Ik leer meer woorden, die te maken hebben met eten, vakantie en familie



















Slide 2 - Slide

Rubric spreekvaardigheidsopdracht – Spaans – P4
 1 punt ☹ 2 punten 😉 3 punten 😊
Inhoud:
Voldoet de opdracht aan de gestelde eisen? Zijn alle onderwerpen in de opdracht opgenomen?
Woordgebruik en zinsopbouw:
Zijn de woorden passend en juist in de opdracht verwerkt? Zijn de zinnen op een correcte manier opgebouwd?
Samenhang van de tekst:
Is de tekst een logisch en samenhangend verhaal geworden? Zijn de zinnen op een juiste manier aan elkaar verbonden, en achter elkaar gezet?
Grammaticale correctheid:
Kloppen de vervoegingen van de werkwoorden? Hoeveel spelfouten worden er gemaakt?


Rubric spreekvaardigheidsopdracht – Spaans – P4

 


1 pnt 
2 pnt
3 pnt
Inhoud: Voldoet de opdracht aan de gestelde eisen? Alle onderwerpen opgenomen in de opdracht?
Woordgebruik en zinsopbouw: Zijn de zinnen correct opgebouwd? Woorden passend en juist?
Samenhang: Is de tekst een logisch en samenhangend verhaal? 
Grammatica: Zijn de werkwoorden goed vervoegd? Hoeveel spelfouten?

Slide 3 - Slide

'poder' (=kunnen/mogen)
Mañana puedo ir contigo.
Morgen kan ik met je meegaan.

¿Puedes ayudarme?
Kun je me helpen?

Podemos ir al cine juntos.  We kunnen samen naar de bios gaan.

Slide 4 - Slide

'saber' (=weten) - p.19
Bij 'saber' is alleen 
de 1e persoon onregelmatig:

Slide 5 - Slide

'saber' (=weten)
que mi padre puede estar nervioso.
Ik weet dat mijn vader nerveus kan zijn.

Lo sabemos.   Wij weten het.
No lo sé.            Ik weet het niet.      

Slide 6 - Slide

'saber' (=weten)
Het werkwoord 'saber' wordt gebruikt bij het spreken over geleerde vaardigheden, zoals:
koken, zwemmen, een vreemde taal spreken, onderhandelen,
een muziekinstrument bespelen, etc.

cocinar bien.        Ik kan goed koken.
hablar español.   Ik kan Spaans spreken.

Slide 7 - Slide

Ejercicio 2 - página 20
Vertaal zes Spaanse zinnen naar het Nederlands:
  1. Kun je lopend naar je/het werk?                             mogelijkheid
  2. Het spijt me, ik kan nu niet praten/spreken.     mogelijkheid
  3. Mag ik je mobiel gebruiken?                                    toestemming
  4. Spreek/Kun je Chinees (spreken)?                        vaardigheid
  5. Kun je een muziekinstrument bespelen?          vaardigheid
  6. Weet u wat dit betekent?                                           kennis
timer
8:00

Slide 8 - Slide

Vaardigheden
Sé (=letterlijk: ik weet), maar je gebruikt dit werkwoord als je over vaardigheden vertelt. De betekenis wordt dan: 'ik kan',
bijv. --> Ik kan goed gitaar spelen: tocar la guitarra bien.

Na '' komt een heel werkwoord!!

Bedenk twee dingen waar je goed in bent!
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Waar ben je goed in?

¿Qué sabes hacer bien?

Slide 10 - Slide

Luisteroefening - p.21

https://lingua.com/nl/spaans/luisteren/las-vacaciones-de-verano/

Ejercicio 1: Begrijp je de vragen, die worden gesteld?
Ejercicio 2: We beluisteren het fragment en je probeert de juiste antwoorden aan te kruisen. 





Slide 11 - Slide

Luisteroefening - p.21

https://lingua.com/nl/spaans/luisteren/las-vacaciones-de-verano/

Ejercicio 3: Kruis aan hoeveel antwoorden je goed had
Ejercicio 4: Wat vind je lastig aan een luisteroefening? Schrijf dat op





Slide 12 - Slide

Leesvaardigheid - p.22

https://lingua.com/nl/spaans/lezen/dia/
= leestekst

El tema: 'Mi día'      -->     Mijn dag











Slide 13 - Slide

¡Importante!
Volgende week is week 7 van periode 4:
--> dat is de laatste 'gewone' les voor de toets!

Eindtoets P4 vindt plaats in week 8: woensdag 14 juni
--> zie ook jullie rooster (check)
Dit gaat een schriftelijke toets zijn over alle grammatica en woordenschat van periode 4.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide