Begrippen binnen Accountmanagement in het MBO Niveau 4 Onderwijs

Een bedrijf heeft € 100.000 omzet. De totale markt is € 1.000.000 groot.

Het marktaandeel is:

1. 1%
2. 10%
3. 100%

Begrippen binnen Accountmanagement in het MBO Niveau 4 Onderwijs

De break-evenafzet en de werkelijke afzet zijn vaak niet hetzelfde.

Als er meer werkelijke afzet is, spreken we van:

1. een break-evenpunt.
2. een veiligheidsmarge.
3. constante kosten.

Wat is het verschil tussen een winstopslag en een winstmarge?

1. Winstopslag is een opslag en winstmarge een afslag.
2. Winstopslag is een percentage van de verkoop en winstmarge een opslag op de inkoop.
3. Winstopslag is een percentage van de inkoop en winstmarge een opslag op de verkoop.

Een ander woord voor klantwaarde is:

1. customer price.
2. customer value.

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen studenten de belangrijkste begrippen binnen Accountmanagement in het MBO Niveau 4 Onderwijs benoemen en uitleggen.

Wat weet je al over de begrippen binnen Accountmanagement in het MBO Niveau 4 Onderwijs?

Slide 3

Wat zijn de toetstermen binnen het MBO Niveau 4 Onderwijs?

Slide 4

Toetsterm 1: Klantgerichtheid

Slide 5

Toetsterm 2: Relatiebeheer

Slide 6

Toetsterm 3: Verkoopvaardigheden

Slide 7

Toetsterm 4: Onderhandelen

Slide 8

Toetsterm 5: Rapportage

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.