-De leerling weet het verschil tussen natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen en kent daarbij een aantal toepassing
-De leerling weet uit welke kleuren het spectrum bestaat
-De leerling kan het begrip ''diffuus'' uitleggen
-De leerling kan vertellen waarom objecten een bepaalde kleur zijn
- De leerling kent de begrippen additieve & subtractieve kleurmenging en kan uitleggen hoe daarmee kleuren worden gemaakt.