Debatteren

1 / 31
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

4 mensen gaan voor de klas staan. Ze zitten allemaal in een luchtballon, maar de luchtballon is lek. Langzaam zal hij zakken. Om lang genoeg boven te blijven moet er iemand uit de luchtballon worden gegooid.

De vier studenten voor de klas mogen nu om de beurt vertellen waarom zij vinden dat zij in de luchtballon mogen blijven

De andere studenten (de jury) mogen bepalen wie er uit de luchtballon moet, aan de hand van de gegeven argumenten 
Debatteren 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Aan het eind van deze les ...
  •  kunnen we uitleggen wat een debat is
  • Kunnen we de regels van een debat uitleggen
  • Hebben we geoefend met een debat 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Een debat is ...
A
Hetzelfde als een discussie
B
Een discussie met regels
C
Ik heb geen idee
D
Is geen discussie

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat zag je?
Wat ging er fout?
Wat kan er beter?
Waarvoor dient een debat?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Wat zag je?
Wat ging er fout?
Wat kan er beter?
Waarvoor dient een debat?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Volgorde debat: 
1. Argumenten voorstanders
2. Reactie tegenstanders
3. Reactie voorstanders
4. Afsluiting tegenstanders
5. Jury beslissing 




Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Drogreden
Een drogreden is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt. Drogredenen worden vaak in discussies gebruikt, maar ook wel in andere situatie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Drogredenen
  • Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
  • Cirkelredenering
  • Verkeerde vergelijking
  • Generalisatie

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De onjuiste oorzaak-gevolgrelatie


Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.
Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
'Sinds de jaren tachtig worden er computers gebruikt in het basisonderwijs. En sinds de jaren tachtig hebben kinderen minder parate kennis. Door het gebruik van computers op school hebben kinderen dus minder parate kennis.'

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

 De cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.
Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Cirkelredenering

'Dit kabinet maakt er echt een puinhoop van, want het kabinet doet helemaal niets goed!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De verkeerde vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar.

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Verkeerde vergelijking

'Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg!'


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De overhaaste generalisatie 
Op grond van een of een enkel voorval wordt er een conclusie getrokken die voor alle gevallen geldt.


Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Overhaaste generalisatie

'Hardlopen is helemaal niet gezond. Bij de marathon van vorige week is een man in elkaar gezakt en ter plekke overleden aan een hartaanval.'

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 24 - Quiz

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Supermarktmedewerkers moeten niet klagen als ze overuren maken, want winkeliers werken ook op koopavonden en zaterdag
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredening
D
generalisatie

Slide 25 - Quiz

er worden dingen met elkaar vergeleken die eigenlijk niet te vergelijken zijn
Iemand die niet vooraf een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende, dus hij heeft het proefexamen niet gemaakt.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 26 - Quiz

Een foute conclusie trekken; een verkeerde voorstelling van oorzaak en gevolg.
“Ik ben geen kleptomaan, want ik steel niet.”
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 27 - Quiz

Een spreker of schrijver gebruikt bij een cirkelredenering de bewering als het argument zelf. Vaak geeft de spreker of schrijver een definitie of omschrijving van de bewering in zijn argument, zoals in onderstaand voorbeeld een niet-kleptomaan per definitie niet steelt.
Opdracht 

  • Een groep is vóór
  • Een groep is tegen
  • Jury (1 tijdbewaker en 1 voorzitter)

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag 
Stelling: Redbull moet verboden worden onder de 18 jaar 

Voorbereiden: 5 minuten
1. Argumenten voorstanders (1 min)
2. Reactie tegenstanders (1 min)
3. Reactie voorstanders (1 min)
4. Afsluiting tegenstanders (1 min)
5. Jury beslissing

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag 
Stelling: Telefoons moeten verboden worden in het onderwijs

Voorbereiden: 5 minuten
1. Argumenten voorstanders (1 min)
2. Reactie tegenstanders (1 min)
3. Reactie voorstanders (1 min)
4. Afsluiting tegenstanders (1 min)
5. Jury beslissing

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Wat neem ik mee uit deze les?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions