Code+ deel 4 Verbindingen en Idioom hoofdstuk 1 t/m 5

• NT2
• MBO
• Studiejaar 4

Code+ deel 4 Verbindingen en Idioom hoofdstuk 1 t/m 5

enthousiast zijn over iets =

1. ergens over gaan
2. ergens ingaan
3. ergens voor gaan
4. nergens van gaan

populair zijn =

1. in trek zijn
2. bij trek zijn
3. om trek zijn
4. bij trok zijn

Dat kan je niet maken =

1. Dat kan je niet laten
2. Dat kan je niet fixen
3. Dat kan je niet bedenken
4. Dat kan je niet doen

Ik twijfel of ik al dan niet mijn huis zal verkopen.

1. wel eens
2. wel of niet
3. ergens
4. nooit

op een laag pitje zetten =

1. energie besparen
2. de gaswinning terugdraaien
3. weinig aandacht aan iets besteden
4. afkoelen

Van iets af zijn

1. ergens geen last meer van hebben
2. van iets afspringen
3. je kleren uittrekken
4. iets dichtdoen

een stormloop op iets

1. een wedstrijd
2. een doel
3. een grote vraag naar iets
4. een aanval plegen

Hij behoort ................... de katholieke kerk.

De overheid wil afrekenen ..................... de georganiseerde misdaad.

Laten we ................... zoek gaan naar paaseieren.

Op papier lijkt het makkelijk maar .................. de praktijk valt het tegen.

De docent stelt hem ................... de keuze: stoppen of doorgaan.

Roken is .................. definitie een vorm van vergiftiging.

Later op de avond gaan we over .................... dance music.

Het was, .................. zijn beleving, een onschuldige opmerking.

Maak een zin met ....

van slag raken

in aanraking komen met

op de loer liggen

op de valreep

in grote lijnen