T3nsk2_H2 Water

Welkom T3nsk21:  Hoofdstuk 2 Water

  • Wat is de scheikundige naam voor een molecuul water?
  • H2O

1 / 52
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom T3nsk21:  Hoofdstuk 2 Water

  • Wat is de scheikundige naam voor een molecuul water?
  • H2O

Slide 1 - Slide

Als je zuiver water drinkt wordt je ziek!

Slide 2 - Slide

Leerdoelen H2.1 Water is overal
 
Water beïnvloedt de temperatuur op aarde.

Water is een transportmiddel.

Er bestaan verschillende soorten water.

Alleen maar zuiver water drinken is niet gezond.

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen:
 
  1. Lees H2.1 (ook PLUS) - 10 min.
     Klaar: Maak dan alvast de leerstofvragen in je werkboek  
  2. Maak minimaal 3 opgaven naar keuze
    (1 makkelijk, 1 heel moeilijk en 1 die zo in een toets zou kunnen) - 15 min.
    Niet af: Dan is dat je huiswerk voor de volgende les! 

Slide 4 - Slide

Leerdoelen H2.1 Water is overal
 
Water beïnvloedt de temperatuur op aarde.

Water is een transportmiddel.

Er bestaan verschillende soorten water.

Alleen maar zuiver water drinken is niet gezond.

Slide 5 - Slide

Welkom T3nsk21:  Hoofdstuk 2 Water

  • Herhaling H2.1 Water is overal
    --> Aantekeningen maken
     
  • Start H2.2 Schoonmaken met water en zeep
    --> Lezen en opgaven maken (zoals de vorige les)

  • Agenda volgende les: Opgeladen laptop en oortjes meenemen! 

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
 
Aantekeningen maken; handig of lastig? 

H2.2 
Je kunt de werking van zeep (als een emulgator) uitleggen.



Slide 7 - Slide

De zin van aantekeningen maken
 
  1.  Meeschrijven met de docent: belangrijke onderdelen paragraaf worden uitgelicht!
  2. Herhalingen van andere hoofdstukken die je nodig hebt!
  3. Extra informatie/uitleg/oefeningen.
  4. Je bent "bezig" (dus de tijd gaat sneller!)
  5. Tussendoor een beetje tekenen op je blaadje --> je neemt de lesstof onbewust beter op!



Slide 8 - Slide

Wat gaan we doen: 
  1. Lees H2.2  - 10 min.
    Klaar: Maak dan alvast de leerstofvragen in je werkboek 
  2. Maak minimaal 3 toepassing vragen naar keuze uit je werkboek (1 makkelijk, 1 heel moeilijk en 1 die zo in een toets zou kunnen) - 15 min.
    Werkboek niet bij:
    Dan is dat je huiswerk voor de volgende les (de volgende les aan je docent laten zien)!         
    Nu --> Maak een samenvatting van H2.2 in minimaal 10 volzinnen en gebruik daarbij ook alle blauwe woorden! (Inleveren aan het einde van de les)

Slide 9 - Slide

Welkom T3nsk21:  Hoofdstuk 2 Water


  • Herhaling (H2.2) Schoonmaken met water en zeep --> Aantekeningen maken
     
  • Verdieping (H2.3): Zeep zit in allerlei producten (zelfstandig/laptop/oortjes)

Slide 10 - Slide

Leerdoelen H2.2
 
Aantekeningen maken
 
Verdieping = Dieper ingaan op de lesstof, de link leggen met dingen in je leefomgeving.
 
Zelfstandig werken/informatie (uit)zoeken.

Waar/waarom zit er zeep in bepaalde producten? 



Slide 11 - Slide

Wat gaan we doen: 
  1. Voor deze les ga je aan de slag met 2 onderwerpen die met zeep te maken hebben. 
  2. Deze onderwerpen kun je vinden bij de BRONNEN (H2, Oefenen) in Itslearning.
  3. Lees goed wat je moet doen! Er zitten opdrachten bij die je moet maken. 
  4. Als je met een onderwerp klaar bent moet je deze inleveren via de inleverknop in de PLANNER van Itslearning.
  5. Je werkt alleen en zelfstandig aan de onderwerpen.

Geen laptop met oortjes:
Lees H2.3 (ook PLUS) en maak alle bijbehorende opgaven in het werkboek.
Werkboek inleveren aan het einde van de les.
Ook je boeken niet meegenomen:
Alternatieve leestekst + opgaven maken
Inleveren aan het einde van de les 

Slide 12 - Slide

Welkom T3nsk21:  Hoofdstuk 2 Water

  • H2.4 Zure en basische schoonmaakmiddelen
    Aantekeningen
    DEMO 
     
  • Leerdoelen:
    Je kunt mbv de pH schaal aangeven of een oplossing zuur, neutraal of basisch is  

 

Mapje meenemen!

Slide 13 - Slide

Wat gaan we doen:
 
  1. Lees H2.4 HB blz. 36 t/m 39 --> 5-10 min.
     Klaar: Maak dan alvast de leerstofvragen in je werkboek (WB blz.  51)
  2. Maak in je WB blz. 52 t/m 54
    vragen 62-63-64-65-66-67-68 --> tot de bel.
    Niet af: Dan is dat je huiswerk voor de volgende les! 
Boek niet bij: Tekst overschrijven “schoonmaken”

Slide 14 - Slide

Werkboek inleveren:
 
 

Noah
Joey
Tess
Mees
Nikita
Fenne
Stacy
Job
Suus
Chris
Liz
Maartje
Fleur
Isa

Slide 15 - Slide

Welkom T3nsk21:  Hoofdstuk 2 Water
  • H2.4 Zure en basische schoonmaakmiddelen (aantekeningen maken)
     
  • Praktische Leerdoelen:
    1. Je kunt een aantal indicatoren benoemen waarmee kan worden nagegaan of een oplossing zuur, basisch of neutraal is.
    2. Je kunt de mate van zuur of basisch zijn van een schoonmaakmiddel aanduiden met de pH-schaal
    3. Je kunt met universeel indicatorpapier de zuurgraad van een oplossing meten.
 


 


Mapje meenemen!

Slide 16 - Slide

Practicum Proef 4 (wordt uitgedeeld):
  1. Pak een labjas en een veiligheidsbril
  2. Jas dicht en bril op de neus
  3. Practicumblad wordt uitgedeeld (schrijf je naam erop en lees dit alvast door)
  4. Samen Proef 4 doorlezen
  5. Nog vragen?
  6. Eerst de keuzes maken
  7. Pak nu de materialen (in de bak)
  8. Rustig aan het werk 
  9. Opruimen!
  10. Op de plaats wachten totdat de bel gaat (geen telefoon)

Slide 17 - Slide

Welkom T3nsk21:  Hoofdstuk 2 Water

  • H2.4 Zure en basische schoonmaakmiddelen
    Bespreking PRACTICUM
    De Wetenschappelijke Methode   


  • Formatieve Toets:
    Kennistest H2.1 t/m 2.4 

 


Mapje bij je? 
Nu ook voor 20 cent verkrijgbaar bij je docent!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Goed voorbeeld:  Tess
 
Welke schoonmaakmiddelen zijn zuur?

Ik denk dat Azijn, zoutzuur,
ontstopper, glorix en WC-eend zuur zijn.

Ik denk dat de pH
respectievelijk 4-3-5-4-5 is
(let op: zuur pH range 1-6, 7 = neutraal)

Slide 20 - Slide

Goed voorbeeld:  Tess
 

Duidelijk opschrijven wat je ziet gebeuren!
Bij zure schoonmaakmiddelen zal:
- rood en blauw lakmoes ROOD kleuren
- rodekool sap wordt roze/paars
- fenolfthaleine blijft kleurloos
(let op dat is iets anders dan wit of doorzichtig!)
 
- Met universeel pH papier pH waarde bepalen.





Slide 21 - Slide

Goed voorbeeld:  Tess
 
Duidelijk leesbaar opschrijven in de tabel
 
Bekijk je tabel eens goed? Welke resultaten
wijken af 
van je voorspelling
  
Schrijf op wat je resultaten zijn in zinnen.
Ontstopper en WC-eend zijn sterk basisch
Glorix bleek neutraal te zijn!
Rest bleek zoals verwacht zuur.







Slide 22 - Slide

Werkboek inleveren:
 
 

Tess
Job
Maartje
Chris
Fleur

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Zeewater is een
A
zuivere stof
B
oplossing
C
suspensie
D
emulsie

Slide 25 - Quiz

Gedestilleerd water is een
A
zuivere stof
B
oplossing
C
suspensie
D
emulsie

Slide 26 - Quiz

Wat is zoet water?
A
Water met slechts een kleine hoeveelheid zout erin opgelost
B
Water met slechts een kleine hoeveelheid suiker erin opgelost

Slide 27 - Quiz

Fries drinkwater is soms lichtbruin gekleurd doordat er ongevaarlijke humuszuren inzitten. Het water wordt opgepompt uit veenrijke grond. Welk soort water gebruikt het waterbedrijf in Friesland?
A
Oppervlakte water
B
Zeewater
C
Regenwater
D
Grondwater

Slide 28 - Quiz

Een duinwaterbedrijf haalt water uit een rivier en laat het door de duinen zakken om later weer , door de natuur gezuiverd, opgepompt te worden. Welk water wordt hier gebruikt voor drinkwater productie?
A
Grondwater
B
Regenwater
C
Oppervlaktewater
D
Zeewater

Slide 29 - Quiz

Een detergent wordt gemaakt uit:
A
Aardolie
B
Dierlijke olie
C
Plantaardige olie

Slide 30 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Hoe zeep vet verwijdert
B
Het ontstaan van schuim

Slide 31 - Quiz

Wat zie je hier?
A
vermicelli
B
micel
C
hydrofobische cellen
D
hydrofiele cellen

Slide 32 - Quiz

Wat wijst de pijl aan?
A
Hydrofobe kop
B
Water-vrezende kop
C
Hydrofiele kop

Slide 33 - Quiz

Vet, water en zeep vormen samen een emulsie. Wat is het oplosmiddel en wat de emulgator?
A
Vet = oplosmiddel en zeep = emulgator
B
Water = oplosmiddel en vet = emulgator
C
Water = oplosmiddel en zeep = emulgator
D
Vet = oplosmiddel en water = emulgator

Slide 34 - Quiz

Wat zit er NIET in tandpasta?
A
Schuurmiddel
B
Zeep
C
Fluoride
D
Iodide

Slide 35 - Quiz

Waarom krijg je als je vaak je handen wast met zeep schrale handen?
A
Zeep laat kalk resten achter op je handen.
B
Zeep wast ook de natuurlijke vetlaag van je handen
C
Er blijft een laagje zeep achter op je handen na elke wasbeurt
D
Zeep bevat een schuurmiddel

Slide 36 - Quiz

Om zo min mogelijk slijtage aan je gebit te krijgen moet je frisdrank
A
in kleine beetjes opdrinken
B
na het tandenpoetsen opdrinken
C
snel in grote slokken opdrinken
D
Zoveel mogelijk door de mond verdelen (spoelen)

Slide 37 - Quiz

Om kalkaanslag te verwijderen gebruik je een
A
zuur schoonmaakmiddel
B
basisch schoonmaakmiddel

Slide 38 - Quiz

Hoe basischer een oplossing hoe
A
hoger de pH
B
lager de pH

Slide 39 - Quiz

Hoe noem je een stof waarmee je de pH van een vloeistof kunt controleren?
A
Controlator
B
Emulgator
C
Indicator
D
Regulator

Slide 40 - Quiz

Zoutzuur is een bekend zuur. Wat gebeurt er met blauw lakmoespapier als je een druppel zoutzuur erop doet?
A
Blijft blauw
B
Wordt rood
C
Wordt geel
D
Wordt groen

Slide 41 - Quiz

Fenolfthaleine is een indicator. Welke kleur krijgt zoutzuur als je een druppel Fenolfthaleine toevoegt.
A
Wit
B
Doorzichtig
C
Roze
D
Kleurloos

Slide 42 - Quiz

Met zeep kun je vet "oplossen". Is zeep zuur of basisch?
A
Zuur
B
Basisch

Slide 43 - Quiz

Veel vaker zie je zepen in de winkel met daarop: pH neutraal.
Welke pH kan de zeep dan hebben?
A
3
B
6
C
9
D
12

Slide 44 - Quiz

Welkom T3nsk21:  Hoofdstuk 2 Water

  • Afronding H2.4 Zuren en basen
     
    Verschillende indicatoren (aantekeningen)
  • H2.5 Zure en basische stoffen bij elkaar 
     Neutraliseren (demo/aantekeningen)
     Titreren (zelf uitzoeken) 



 


Mapje meenemen of kopen bij je docent (0,20 euro)!

Slide 45 - Slide

Doen:
  1. Lees blz. 40-42
  2. Schrijf de 2 tabellen over op je blaadje (verhoudingstabel/kruislinks vermenigvuldigen)
    Snap je hoe A wordt uitgerekend?
  3. Doe nu hetzelfde opnieuw waarbij:
    1 mL natronloog overeenkomt met 20 mg azijnzuur
  4. Beantwoordt de vraag of de azijn dan ook nog voldoet aan de warenwet.

Geen boek: Alternatief beschikbaar!

Slide 46 - Slide

Welkom T3nsk21:  Hoofdstuk 2 Water

Afronding H2.5 Titreren
  • Basis titreren en berekeningen (aantekeningen)
  • Opgaven maken in het werkboek
  • Bespreken van de opgaven
  • do uitval: Zelfstudie H2.6



 


Mapje meenemen of kopen bij je docent
(0,20 euro)!

Slide 47 - Slide

Leerdoelen:

  1. Je kunt beschrijven wat neutraliseren van zure en basische oplossingen is.
  2. Je kunt de handelingswijze bij een titratie beschrijven.
  3. Je kunt de hoeveelheid van een zuur/base in een oplossing berekenen met behulp van een titratie.

Slide 48 - Slide

Doen:

  1. Lees in je lesboek blz. 41-42
  2. Maak in je WB blz. 56-57 opgave 74 t/m 77

Geen boek: Alternatief beschikbaar!

Slide 49 - Slide

Werkboek inleveren:
 
 

Fleur
Naomi
Sanne L
Liz
Isa
Alysha
Davey
Jayden
Lika
Tessa

Slide 50 - Slide

Welkom T3nsk21:  Hoofdstuk 2 Water

Afronding H2.5 Titreren
  • Practicum titreren



 


Mapje meenemen of kopen bij je docent
(0,20 euro)!

Slide 51 - Slide

Welkom T3nsk21:  Hoofdstuk 2 Water

Afsluiting Hoofdstuk 2
  • Practicum titreren (beoordeling)
  • Begrippen bingo (PRIJZEN!!)
  • Test Jezelf

Vergeet niet je aantekeningen
mee naar huis te nemen!



 


Mapje meenemen of kopen bij je docent
(0,20 euro)!

Slide 52 - Slide