Verhoudingen

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Verhoudingen

Herhaling, uitleg en een paar opgaves oefenen. 

Doel van de les

- Je leert verhoudingen herkennen.

- Je herkent verhoudingen die gelijk zijn aan elkaar.

- Je leert rekenen met verhoudingen.

Verhoudingen

Verhoudingen geven aan hoe twee (of meer) grootheden zich tot elkaar verhouden. 

Je komt ze veel tegen, bijvoorbeeld bij het koken.

Voorbeeld
Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig. Je gaat koken voor 8 personen. Hoeveel gram noedels heb je nodig?

                                                                

6 appels kosten in

de winkel € 2,10

Hoeveel kosten 3 appels?

De verhouding 5 : 15 hoort bij...

1. 1:2
2. 1:3
3. 1:4
4. 1:5

De kaas kost € 2,30 per 100gram.
Indy koopt 300 gram. Hoeveel moet ze betalen?

1. € 4,60
2. € 6,90
3. € 1,10
4. € 6,60

De verhouding 4 : 8 hoort bij...

1. 1:3
2. 1:5
3. 1:2
4. 1:6

En deze?
4:6

1. 8:10
2. 12:18
3. 2:3
4. 6:2

Wat is de verhouding van 3:6?

1. 1:2
2. 5:9
3. 2:3
4. 4:6

Als de verhouding van appels tot sinaasappels 2:3 is, hoeveel sinaasappels zijn er als er 10 appels zijn?

1. 15
2. 20
3. 7
4. 5

Bedankt! 

Werk nu verder aan je onderdeel naar keuze. Ik ben er om je uitdagingen verder te helpen.