Woordjes leren

Hoe leer je woordjes? 
les 1
1 / 47
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Hoe leer je woordjes? 
les 1

Slide 1 - Slide

Doelen
  1. Je kunt verschillende manieren van woordjes leren noemen.
  2. Je kunt de verschillende manieren van woordjes leren gebruiken.

Slide 2 - Slide

Waarom moet je woordjes leren?
  • Lezen en luisteren is makkelijker als je meer woorden kent.
  • Je kan ook makkelijker iets zeggen of schrijven als je de goede woorden kent.

Slide 3 - Slide

Let op: Woordjes > begrippen
Je kan op alle manieren die we bespreken natuurlijk ook begrippen leren voor bijvoorbeeld Aardrijkskunde, Biologie, Geschiedenis, M&M of welk ander vak dan ook!

Slide 4 - Slide

Onthouden is een kunst
Sommige mensen kunnen makkelijk heel veel dingen onthouden, sommigen mensen moeten vooral veel oefenen.
Kijk naar het volgende filmpje.
Waar hoor jij bij?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Hoe leer je nu woordjes?

Slide 7 - Mind map

Hoe goed gaat woordjes leren tot nu toe?
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Woordjes leren
Woordjes leren is best lastig. En moet je ook gewoon oefenen.

Er zijn veel manieren om woordjes te leren.

In de volgende filmpjes leer je extra tips over woordjes leren.
Probeer 5 manieren te onthouden.


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Welke manieren van woordjes leren werden er gegeven?

Slide 12 - Open question

Hoeveel had jij goed onthouden? 
  • flitskaarten
  • app/website
  • woordentekening
  • woordengroepen
  • flapmethode 

Slide 13 - Slide

Welke tip vond jij het stomst?
1. flitskaarten
2. app/website
3. woorden-tekening
4.woorden-groepen
5. flapmethode
6.ik vond niks stom

Slide 14 - Poll

Welke tip ga jij de komende tijd eens (vaker) proberen?
1. flitskaarten
2. app/website
3. woorden-tekening
4.woorden-groepen
5. flapmethode
6. geen enkele (en waarom?)

Slide 15 - Poll

Een nieuw manier vinden
Woordjes leren is lastig en gaat niet direct goed.
Probeer nieuwe manieren uit.
Soms moet je eerst een paar keer proberen voordat het beter wordt. Ga vooral door! Ken je de leerkuil nog?
Het wordt echt beter! Vertrouw op jezelf!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Verschillende manieren
Je onthoud dingen op verschillende manieren.
Maar niet alle woordjes blijven bij iedere manier even lang hangen.
Hoe meer je er zelf mee bezig bent, hoe langer en beter je de woordjes kan onthouden.

Slide 18 - Slide

De Leerpiramide 

Slide 19 - Slide

Waarom moet je woordenlijsten niet alleen maar doorlezen?
A
Je onthoudt dan maar 10%
B
Je onthoudt dan maar 5%
C
je onthoudt dan maar 15%
D
Je onthoudt dan maar 20%

Slide 20 - Quiz

Hoe leer je woordjes? 
les 2

Slide 21 - Slide

Doel
  1. Je kunt woordjes leren met flitskaarten.

Slide 22 - Slide

Welke manieren om woordjes te leren ken je nog? (net als woordjes moet je dit ook herhalen ;-) ) Noem 1 manier.

Slide 23 - Open question

Online woordjes leren
Online woordjes leren

Slide 24 - Slide

Flapmethode
1. Vel dubbelvouwen.
2. links woordjes, rechts antwoorden. 
3. Vel naar achteren vouwen.  
4. Oefenen met woordjes. 
5. Hardop zeggen
6. Opschrijven

Slide 25 - Slide

Tekeningen
1. Tekeningen.
2. Oefen de tekeningen.

Slide 26 - Slide

Ezelsbruggetje
Verzin gekke/ grappige ezelsbruggetjes bij de woordjes.

Slide 27 - Slide

Overhoren
Laat je verhoren door:
- ouders
- broers/zussen
- klasgenoten

Quizlet of WRTS kunnen je online overhoren.

Slide 28 - Slide

Flitskaartjes
1. Kleine kaartjes.
2. Ene kant de woordjes, andere kant de antwoorden.
3. Oefen de kaartjes.
4. 2 stapels: goed en nog niet goed.

Slide 29 - Slide

Hoe leer je woorden met flitskaarten?

Slide 30 - Slide

Start
Woordjes onthouden
30 seconden
Zo veel mogelijk opschrijven

Slide 31 - Slide

Woordjes
timer
0:30

Slide 32 - Slide

Schrijf zoveel mogelijk op
timer
1:00

Slide 33 - Slide

Vragen
  • Hoeveel had je er al onthouden?
  • Waardoor zou je ze wel kunnen onthouden?
  • Waarom lukte het wel met de woorden die je nu al hebt onthouden?

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Flitskaarten

Je onthoud de woorden beter als je er actief mee aan de slag gaat. In deze opdracht doe je dat door de woorden met Flitskaarten te leren.

Slide 36 - Slide

Flitskaarten maken
Maak Flitskaarten van de woorden op het bord.
1. schrijf het Engelse woord op de voorkant
2. teken het Engelse woord op de voorkant
3. schrijf de Nederlandse betekenis op de achterkant

Slide 37 - Slide

Leer de woorden met Flitskaarten
Leg de kaarten op een stapel met het Nederlandse woord bovenop. > 
Bekijk het woord op de kaart. >
Zeg hardop het Engelse woord. > 
Goed? > Maak een stapel met goede antwoorden. > 
Fout? > Maak een stapel met foute antwoorden. > 
Leer alle woorden totdat de foute stapel leeg is. 

Slide 38 - Slide

Woordjes Engels: 
  1. heart
  2. mountain
  3. thank you
  4. four
  5. geography
  6. girlfriend
  7.  straight
  8. glasses
  9. history
  10. maths
Nederlands:
  1. hart
  2. berg
  3. bedankt
  4. vier
  5. aardrijkskunde
  6. vriendin
  7. stijl
  8. bril
  9. geschiedenis
  10. wiskunde

Slide 39 - Slide

Overhoren van de woorden
Let op de goede betekenis.
Let op de goede spelling.

Slide 40 - Slide

Leer de woorden met de Flitskaarten
timer
4:00

Slide 41 - Slide

Woordjes Engels: 
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Nederlands:
  1. wiskunde
  2. vier
  3. vriendin
  4. bril
  5. geschiedenis
  6. hart
  7. stijl
  8. aardrijkskunde
  9. bedankt
  10. berg

Slide 42 - Slide

Afsluiting
• Hoe ging het?
• Zijn er nog andere manieren om woordjes te leren die je kent?
• Welke andere tips hebben jullie nog voor elkaar?

Slide 43 - Slide

Samenvatting
https://www.engelsacademie.nl/woordjes-leren
10min

Slide 44 - Slide

Leer op meerdere manieren
  1. Hardop doorlezen
  2. Samenvatting maken
  3. Samenvatting vergelijken met een klasgenoot
  4. Hoofdzaken arceren
  5. Op verschillende manier woorden leren
  6. Zelf proefwerkvragen maken
  7. Veel stof opdelen in stukjes

Slide 45 - Slide

Heb je iets gehad aan deze les?
A
Ja zeker! Heel veel.
B
Niks. Ik wist alles al en kan heel goed woordjes leren.
C
Een beetje, maar dat gaat me wel helpen.
D
Mwah, maar ik hoef ook geen hoge punten te halen.

Slide 46 - Quiz

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 47 - Slide