This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Veranderingen
Slide 1 - Slide
Terugblik op veranderingen
- maken widget toename diagram
- maken widget gemiddelde verandering
Slide 2 - Slide
sites.google.com
Slide 3 - Link
Een vraag
Stel je hebt 50 euro bij elkaar gespaard en je wil eigenlijk elke week 5 euro erbij sparen. Hoeveel euro heb je dan na 13 weken?
Slide 4 - Slide
Lineaire verbanden
Slide 5 - Slide
Een vraag
Stel je wilt je huis gezellig maken en je steekt een kaars aan. Deze kaars is 15 cm hoog en brandt ongeveer per uur 2 cm van de kaars op. Hoeveel minuten kan deze kaars dan branden?
Slide 6 - Slide
Lineaire verbanden - les 2
Slide 7 - Slide
Vraag 1
Stel je hebt 50 euro bij elkaar gespaard en je wil eigenlijk elke week 5 euro erbij sparen.
Hoeveel euro heb je dan na 13 weken?
vaste kosten 50 euro = startgetal (0;50)
verandering elke keer 5 euro erbij = richtingsgetal
formule is: y=5x+50
Slide 8 - Slide
Een vraag
Stel je wilt je huis gezellig maken en je steekt een kaars aan. Deze kaars is 15 cm hoog en brandt ongeveer per uur 2 cm van de kaars op. Hoeveel minuten kan deze kaars dan branden?
In het begin is de kaars 15 cm = stargetal (0;15)
verandering 2 cm kaars kleiner per uur branden= richtingsgetal (2)
formule is: y=-2x+15
Slide 9 - Slide
Wat weet jij zelf ook alweer van van een lineair verband?
Slide 10 - Open question
Lineaire verbanden
Wat je moet weten voor de toets
Slide 11 - Slide
Vier manieren
om een lineair verband
op te stellen
Slide 12 - Slide
Uit de tekst
Ik koop IPhone-hoesjes voor
4 euro per stuk. De verzendkosten zijn 50 euro. Geef de formule voor de kosten k in euro's als functie van het aantal iPhone-hoesjes h.
k als functie van h dus:
k=ah+b
4 euro per stuk
a = 4
(steeds +4 euro erbij)
50 euro verzendkosten
b = 50
50 euro betaal je sowieso
k=4h+50
Slide 13 - Slide
Uit de grafiek
Ga uit van de standaardformule
y=ax+b
a = 2
verschil op y : verschil op x
b = -1
begingetal = waarde op y-as bij x=0
y=2x-1
Check door punt in te vullen
Slide 14 - Slide
Punt en richtingscoëfficiënt
Een lijn gaat door het punt (5,6) en heeft richtingscoëfficiënt -4
Stel de formule op.
Ga uit van de standaardformule
y=ax+b
a = -4 = richtingscoëfficiënt/getal
y=-4x+b
punt (5,6) invullen.
6 = -4 * 5 + b, geeft b =26
y=-4x+26
Slide 15 - Slide
Twee punten
Een lijn gaat door de punten (-3,2) en (1,10)
Ga uit van de standaardformule
y=ax+b
a = (10 - 2) : (1--3) = 2
verschil op y : verschil op x
y=2x+b
punt (-3,2) of (1,10) invullen.
10 = 2 * 1 + b, geeft b = 8
y=2x+8
Evt. check met (-3,2)
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
voorbeeld 1
Slide 18 - Slide
voorbeeld 2
Slide 19 - Slide
sites.google.com
Slide 20 - Link
Lineaire verbanden - les 2
Slide 21 - Slide
De laatste wiskundelessen
Nog 3 lessen op: dinsdagen 10 mei, 17 mei en 24 mei
Formatieve evaluatie: dinsdag 17 mei
Meesterproefperiode: maandag 30 mei t/m vrijdag 3 juni
