This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Waar werd je blij van afgelopen week?
Slide 2 - Slide
Doelen
Je weet welke woordenboeken je online kunt gebruiken.
Slide 3 - Slide
Plan
Terugblik;
Uitleg;
Opdrachten;
Afsluiting.
Slide 4 - Slide
Betekenis afleiden uit de tekst.
Betekenis afleiden uit het woord.
Figuurlijk taalgebruik.
Zoeken in een woordenboek.
De juiste betekenis
Schrijfwijze, uitspraak en extra’s
In mijn kladblokken mis ik de backspace. De backspace (of deleteknop) is bijna het krachtigste wapen dat jij als schrijver van webteksten kunt hebben. Een wapen dat ik liever pas op het eind inzet. Plus een wapen dat voorkomt dat ik een schrijfblokkade krijg.
‘Massacommunicatie’. Een ‘massa’ is een grote groep mensen. ‘Communicatie’ heeft te maken met het uitwisselen van informatie. ‘Massacommunicatie’ betekent dus waarschijnlijk: het uitwisselen van informatie met veel mensen tegelijk.
Zoeken op trefwoord.
Controleer altijd welke betekenis van het woord jij precies nodig hebt.
de schrijfwijze van het woord ;
het lidwoord: de of het ;
het geslacht van het woord: m (mannelijk), v (vrouwelijk) of o (onzijdig);
het meervoud ;
het verkleinwoord ;
de lettergrepen ;
de uitspraak ;
de klemtoon ;
verleden tijd en voltooid deelwoord bij werkwoorden.
Je staat in de weg!
Aan de dikgedrukte cijfers zie je dat een woord meerdere betekenissen heeft.
Slide 5 - Drag question
Waar heb jij je laatste woord opgezocht?
Slide 6 - Open question
Welk woord heb je afgelopen week geleerd? Omschrijf zo precies mogelijk de kenmerken van het woord.
Slide 7 - Open question
Woordenboek online
Slide 8 - Slide
In de theorie van de licentie staan verschillende sites waarop je woorden kunt zoeken. Welke vind jij het beste en waarom?
Slide 9 - Open question
Psychologische prijs
Slide 10 - Mind map
Netto-verkoopprijs
Slide 11 - Mind map
Indirecte kosten
Slide 12 - Mind map
Opdrachten
Maak alle opdrachten van woordenschat 2.4
Je mag samenwerken;
Als je klaar bent, kun je de oefentoets maken van woordenschat hoofdstuk 1 en/of 2.
timer
25:00
Slide 13 - Slide
Wat is het belangrijkste dat je deze les geleerd hebt?