This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Waar werd je blij van tijdens de vakantie?
Slide 2 - Slide
Doel
Je weet wat studietaal is en je kunt dit gebruiken.
Slide 3 - Slide
Plan
Terugblik;
Uitleg;
Opdrachten;
Afsluiting.
Slide 4 - Slide
Betekenis afleiden uit de tekst.
Betekenis afleiden uit het woord.
Figuurlijk taalgebruik.
In mijn kladblokken mis ik de backspace. De backspace (of deleteknop) is bijna het krachtigste wapen dat jij als schrijver van webteksten kunt hebben. Een wapen dat ik liever pas op het eind inzet. Plus een wapen dat voorkomt dat ik een schrijfblokkade krijg.
‘Massacommunicatie’. Een ‘massa’ is een grote groep mensen. ‘Communicatie’ heeft te maken met het uitwisselen van informatie. ‘Massacommunicatie’ betekent dus waarschijnlijk: het uitwisselen van informatie met veel mensen tegelijk.
Wat is het addertje onder het gras?
Slide 5 - Drag question
Wat zijn studietaalwoorden?
Slide 6 - Open question
Tijdens onze vakantie in Spa hebben we verschillende minerale bronnen bezocht. Vraag: Noem 2 betekenissen van het woord 'bron'.
Slide 7 - Open question
Instructiewoorden
Verklaren;
Overnemen;
Verwerken.
Slide 8 - Slide
Welke studietaalwoorden ken je nog meer?
Slide 9 - Mind map
Opdrachten
Maak alle opdrachten van woordenschat 3.2.
Je mag samenwerken;
Als je klaar bent, mag je iets voor jezelf doen.
timer
20:00
Slide 10 - Slide
Wat is het belangrijkste dat je tijdens deze les geleerd hebt?