Arbeidsvaardigheden: samenwerken

Samenwerken
1 / 18
next
Slide 1: Mind map
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Samenwerken

Slide 1 - Mind map

This item has no instructions

Doelstellingen van de les

- Ik kan aangeven wanneer ik liever alleen of samen werk.

- Ik kan de voordelen van samenwerken benoemen. 

- Ik kan de voordelen van alleen werken benoemen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1: Siamese tekening

werk in tweetallen
Pak samen met iemand een dikke stift vast. 
Teken monster. 
De stift mag niet van het papier en je mag geen van beide de stift loslaten. 
Praten  is verboden.

Slide 3 - Slide

Nabespreken:
Hoe ging het?

- ging je mee met de ander?
- bepaalde jij steeds hoe er getekend werd?
- bepaalde jij een beetje of soms hoe er 
   getekend werd?
- was er samenwerking tijdens het tekenen of was er strijd?
Hoe/Wat voelde jij tijdens het tekenen?
Hoe is het om samen een tekening te maken?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

vragen
- Heeft iemand de leiding genomen?
- Wie heeft gedaan wat er gezegd is ?
- hoe ging het en waarom?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2. lijnen trekken.

Opdracht:
Op het vel staan kriskras door elkaar de getallen 1 tm 60. Op mijn teken draaien jullie het vel om en gaan jullie alle getallen verbinden, beginnend bij 1. Zet de pen op de 1 en trek een lijn naar de 2, dan naar de 3, de 4, etc. zorg dat je zo snel mogelijk bij de 60 bent. Je hebt 2 minuten de tijd. Op het startteken mogen ze beginnen .



Slide 6 - Slide

Zorg voor voldoende plaatjes.
Kerk, fiets, vliegtuig, toetsenbord, auto, afstandbediening, versierde kerstboom,
trekker, balpen, voet, vliegenmepper, fles, vaas met bloemen (bloem), bril, lamp, broek, 'een dier' (simpel), tennisracket, tent.
Nabespreken hoe het ging. 
Hoe is het om de lijnen te trekken?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Ik praat, jij tekent
Maak tweetallen Jullie gaan met de ruggen naar elkaar toe zitten
Leerling 1 heeft een plaatje, leerling 2 heeft een A4 papier en een potlood

Opdracht:
Degene met het plaatje gaat nu aan de andere speler uitleggen wat er getekend moet worden, maar hij/zij mag het voorwerp niet zeggen
3

Slide 8 - Slide

Zorg voor voldoende plaatjes.
Kerk, fiets, vliegtuig, toetsenbord, auto, afstandbediening, versierde kerstboom,
trekker, balpen, voet, vliegenmepper, fles, vaas met bloemen (bloem), bril, lamp, broek, 'een dier' (simpel), tennisracket, tent, 
Hoe was het om de instructie te moeten geven?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Hoe was het om de instructie te moeten opvolgen om de tekening te maken?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

 De voordelen van samenwerken
- jullie zijn sneller klaar
- 2 weten meer dan 1
- je kunt elkaar aanmoedigen
- het is gezellig

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn volgens jou de voordelen van samenwerken?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Wanneer is samenwerken handig
- Als je een grote opdracht hebt die veel tijd kost.
- Als het belangrijk is om de mening van meer mensen te horen.
- Als het een opdracht is die voor meer mensen belangrijk is.
- Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten en daar kun je gebruik       
   van maken

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn volgens jou de voordelen van alleen werken?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

De voordelen van alleen werken
- Je kunt zelf beslissen hoe je de opdracht maakt
- Je krijgt met niemand ruzie
- Je kunt in je eigen tempo werken
- Je hoeft niemand iets uit te leggen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is alleen werken handig
- Als de taak gemakkelijk is.
.
- Als een taak goed past bij jouw kwaliteiten of interesse.
.
- Als een taak voor anderen niet belangrijk is.
.
- Als jij alleen verantwoordelijk bent voor het resultaat.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Quiz alleenwerker of samenwerker
Werk jij graag samen of alleen?

Hoe werk jij samen of alleen?

Zet een rondje om de zin die het beste bij jou past.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoe werk jij liever?
Ik werk altijd liever samen
ligt aan de opdracht/situatie

Slide 18 - Poll

This item has no instructions