What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
NN6 - HV2 - Grammatica H3 - Zinsdelen
Goedemorgen klas 2C
Vandaag...
- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen
Vandaag...
- Terugblik grammatica H2
- Uitleg grammatica h3
- Opdrachten maken
Leerdoel:
- Onderscheid maken tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde.
Huiswerk
:
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Goedemorgen klas 2C
Vandaag...
- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen
Vandaag...
- Terugblik grammatica H2
- Uitleg grammatica h3
- Opdrachten maken
Leerdoel:
- Onderscheid maken tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde.
Huiswerk
:
Slide 1 - Slide
Terugblik (denken - delen - uitwisselen)
1. Wat is het werkwoordelijk gezegde?
2. Wat is het naamwoordelijk gezegde?
Denk in stilte even na over de twee bovenstaande vragen. Schrijf je antwoorden even op een blaadje (2 minuten);
Wissel je antwoorden uit met degene naast je (1 min);
Klassikaal bespreken (2-3 min).
Slide 2 - Slide
Herhaling (quizvragen)
Slide 3 - Slide
1. Jongens kunnen harder lopen dan meisjes.
A
Het onderwerp verricht in deze zin een handeling.
B
Het onderwerp verricht in deze zin geen handeling.
Slide 4 - Quiz
1. Jongens kunnen harder lopen dan meisjes.
A
Deze zin heeft een werkwoordelijk gezegde.
B
Deze zin heeft een naamwoordelijk gezegde.
Slide 5 - Quiz
2. Jongens zijn altijd al sneller dan meisjes geweest.
A
Het onderwerp verricht in deze zin een handeling.
B
Het onderwerp verricht in deze zin geen handeling.
Slide 6 - Quiz
2. Jongens zijn altijd al sneller dan meisjes geweest.
A
Deze zin heeft een werkwoordelijk gezegde.
B
Deze zin heeft een naamwoordelijk gezegde.
Slide 7 - Quiz
WG of NG?
Dit hoofdstuk gaat over het verschil tussen WG en NG.
Slide 8 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Een werkwoordelijk gezegde (wg) zegt wat iemand (of iets) dóét:
Jurre / gaat / vanmiddag / een nieuwe koptelefoon / kopen.
wg = gaat kopen
Het werkwoord ‘kopen’ zegt wat Jurre doet.
Slide 9 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
Een
naamwoordelijk gezegde
(ng) zegt wat iemand is (of wordt, blijft, lijkt).
Het
werkwoordelijk deel
van het naamwoordelijk gezegde (ww.deel) bevat altijd een vorm van een
koppelwerkwoord:
(zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen).
Slide 10 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
Het naamwoordelijk deel (nw.deel) bevat een
zelfstandig
of
bijvoeglijk
naamwoord. Het geeft een kenmerk of eigenschap van iemand (of van iets).
-
Rode
auto
Let op: het naamwoordelijk gezegde is een zinsdeel, maar het ww.deel en het nw.deel kunnen los van elkaar in de zin staan.
Slide 11 - Slide
Bijvoorbeeld
Zoë / wordt / over enkele jaren / een succesvolle balletdanseres.
ng = wordt [een succesvolle balletdanseres]
Het naamwoordelijk deel ‘een succesvolle balletdanseres’ zegt wat Zoë wordt.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
3. Zij blijkt onze aanvoerder te worden.
A
blijkt = het werkwoordelijk deel
B
blijkt worden = het werkwoordelijk deel
C
blijkt te worden = het werkwoordelijk deel
Slide 14 - Quiz
3. Zij blijkt onze aanvoerder te worden.
A
onze aanvoerder = naamwoordelijk deel
B
onze aanvoerder = lijdend voorwerp
Slide 15 - Quiz
Wat is het naamwoordelijk gezegde in:
3. Zij blijkt onze aanvoerder te worden.
Slide 16 - Open question
Aan de slag
1. Maak het huiswerk van morgen:
Grammatica H2 - zinsdelen:
Opdracht 1-4
2. Maak van grammatica H3:
Opdracht 1,2,3,4 en 5
Online? Volg je eigen leerroute
3. Klaar?
Trainen + extra opdracht NN Online
Slide 17 - Slide
Check?
Slide 18 - Slide
Noteer: NG, werkwoordelijk deel en naamwoordelijk deel.
Zal zij ooit verstandig worden?
Slide 19 - Open question
Noteer: NG, werkwoordelijk deel en naamwoordelijk deel.
Zij wordt hoofd van de kraamafdeling.
Slide 20 - Open question
WG of NG
Door de wegblokkades werden de overvallers snel opgepakt.
A
WG
B
NG
Slide 21 - Quiz
WG of NG
De Soemerische beschaving schijnt een van de oudste ter wereld te zijn
A
WG
B
NG
Slide 22 - Quiz
Huiswerk
Maak van grammatica H3:
Opdracht 1,2,3,4 en 5
Online? Volg je eigen leerroute
Slide 23 - Slide
More lessons like this
H3: wg of ng?
November 2021
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
h.3- Gramm. zinsdelen-ww of nw gezegde?- havo2
December 2021
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
h.3- Gramm. zinsdelen-ww of nw gezegde?- havo2
February 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
§ 5-Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde
April 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
DHV2R week 1 Grammatica H3
January 2021
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
NN6 HV2 - H3: WG of NG?
October 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
NN6 HV2 - H3: WG of NG?
September 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
NN7 HV2 - WG of NG?
September 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1