PDB financiering VV H3

1 / 12
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hypotheek gever / hypotheek nemer

Bij hypotheken heb je altijd een hypotheek gever en een hypotheek nemer.
Hypotheek gever = de eigenaar van het onroerend goed, deze krijgt geld om het onroerend goed te kunnen kopen
Hypotheek nemer = meestal een bank, deze leent het geld uit om het onroerend goed te kunnen kopen.

Slide 5 - Slide

Bruto lasten blijven gehele looptijd gelijk
Bruto lasten dalen
Bank
Arbeidskorting
Annuiteiten hypotheek
Lineaire hypotheek
Hypotheek
nemer
Heffingskorting

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Een obligatielening wordt uitgegeven voor de koers van 98%.
Het interestpercentage van de obligatielening ligt:
A
hoger dan die van vergelijkbare obligaties
B
lager dan die van vergelijkbare obligaties
C
gelijk aan die van vergelijkbare obligaties

Slide 8 - Quiz

Een verschil tussen aandelen en obligaties is:
A
Aandelen worden op de beurs verhandeld en obligaties niet
B
De koers van een obligatie staat vast
C
Aandelen moeten worden terugbetaald en obligaties niet
D
Een obligatiehouder heeft geen zeggenschap

Slide 9 - Quiz

Orden de vermogenstitels naar risico. Sleep de titels naar het risico.
Bijna geen risico
Weinig risico
Groter risico
Aandelen
Obligaties
spaarrekeningen
termijndeposito's

Slide 10 - Drag question

Hoe wordt de winstuitkering aan aandeelhouders ook wel genoemd?
A
rendement
B
dividend
C
obligaties
D
aandelenvermogen

Slide 11 - Quiz

Hoe wordt de winstuitkering aan aandeelhouders ook wel genoemd?
A
rendement
B
dividend
C
obligaties
D
aandelenvermogen

Slide 12 - Quiz