hypotheken

Hypotheken
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 34 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hypotheken

Slide 1 - Slide

Lineaire hypotheek en Annuiteiten hypotheek

Slide 2 - Slide

Hypotheek gever / hypotheek nemer

Bij hypotheken heb je altijd een hypotheek gever en een hypotheek nemer.
Hypotheek gever = de eigenaar van het onroerend goed, deze krijgt geld om het onroerend goed te kunnen kopen
Hypotheek nemer = meestal een bank, deze leent het geld uit om het onroerend goed te kunnen kopen.

Slide 3 - Slide

Lineaire hypotheek

Slide 4 - Slide

Kenmerken van een lineaire lening

- De lening neemt elk jaar met een gelijk bedrag af
- Vast bedrag aan aflossing
- Interest neemt ieder jaar af.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Belastingvoordeel


Belastingvoordeel = rente x belastingpercentage 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Berekenen netto lasten
Voor het berekenen van je netto lasten gebruik je de volgende formule:
Netto lasten (per jaar) = rente + aflossing - belastingvoordeel.
Netto lasten per maand = Netto lasten per jaar / 12

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Annuïteiten hypotheek

Slide 19 - Slide

Kenmerken annuïteiten lening
  • Vast bedrag te betalen per maand, de annuiteit
  • Annuiteit = Aflossing + Interest
  • Eerst veel interest betalen, weinig aflossing
  • Later veel aflossing weinig interest


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Berekenen netto lasten
Voor het berekenen van je netto lasten gebruik je de volgende formule:
Netto lasten (per jaar) = rente + aflossing - belastingvoordeel.
Netto lasten per maand = Netto lasten per jaar / 12
Bij een annuïteiten hypotheek zijn rente + aflossing gelijk aan de annuïteit

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide