C7: P2 + P3 (werkwoordspelling)

Welkom H4E!
  • Ga zitten volgens de plattegrond. 
  • Pak je spullen erbij: laptop (dicht), etui en schrift
  • Oortjes uit en in de tas




Nederlands havo 4
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom H4E!
  • Ga zitten volgens de plattegrond. 
  • Pak je spullen erbij: laptop (dicht), etui en schrift
  • Oortjes uit en in de tas




Nederlands havo 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Deze les
  • Dagopening
  • Terugblik P1
  • Uitleg Spelling P2 + P3
  • Opdrachten maken
  • Evt. leesautobiografie afmaken 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Is de persoonsvorm correct gespeld?


De oppositie BEWEERDE dat de regering onvoldoende geld aan het onderhoud van wegen besteed.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Is de persoonsvorm correct gespeld?


De oppositie BEWEERDE dat de regering onvoldoende geld aan het onderhoud van wegen besteed.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Is de persoonsvorm correct gespeld?


De oppositie beweerde dat de regering onvoldoende geld aan het onderhoud van wegen BESTEED.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.

Geen persoonsvorm   








 1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van klank 
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Spelling
  • Ik kan infinitief, gebiedende wijs, onvoltooid deelwoord en voltooid deelwoord correct spellen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord is het werkwoord dat aangeeft dat iets is afgelopen. 

Je herkent het voltooid deelwoord aan: 
  • als je de PV al uit de zin hebt gehaald, weet je dat de andere vervoegde werkwoorden voltooid deelwoorden zijn
  • de zin bevat een vorm van hebben, zijn of worden
  • er staat ge- be- of ver- voor 
  • het werkwoord geeft aan dat het is afgelopen 


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord
Twee soorten werkwoorden:
  1. Klankveranderende werkwoorden
  2. Voltooid deelwoord op -t of -d

Om te bepalen of er een -t of -d achter het werkwoord staat, gebruik je             't Kofschip. Je kan ook kijken naar de verleden tijd van het werkwoord. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is goed?
Hij heeft mijn document gedelete / Hij heeft mijn document gedeletet. 

Heb jij mee gelopen? /Heb jij mee geloopt?

Ik heb wel eens gebaseballd met mijn vrienden /Ik heb wel eens gebaseballt met mijn vrienden. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Infinitief
Een infinitief is het hele werkwoord. Een werkwoordsvorm waarin het werkwoord zich niet heeft aangepast aan het getal of de tijd van de zin. 

Je herkent een infinitief aan: 
  • het is GEEN PV
  • het hele werkwoord 
  • er staat 'te' of 'aan het' voor

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Het onvoltooid deelwoord
Het hele werkwoord + d

huilend
lachend
gillend

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bijvoeglijk naamwoord
  • Een werkwoord kan ook worden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord.
  • Deze werkwoorden schrijf je dan..... ZO EENVOUDIG MOGELIJK

Slide 14 - Slide

zo eenvoudig mogelijk
Wat is goed?


Ik heb de vergrote foto aan de muur gehangen / Ik heb de vergrootte foto aan de muur gehangen. 


Slide 15 - Slide

This item has no instructions



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.

Geen persoonsvorm   >    voltooid deelwoord ('t Kofschip)
                                           >    bijvoeglijk naamwoord (zo kort mogelijk)
                                           >    onvoltooid deelwoord ( hele ww + d)
                                           >    gebiedende wijs (ik-vorm)
                                           >    infinitief (hele ww)








 1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van klank 
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Open de online methode. Maak
  • C7, P2: opdr. 1, 3, 5, 6
  • C7, P3: opdr. 1 t/m 3

Klaar? 
  • Werk verder aan jouw leesautobiografie
timer
30:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Maandag 16 september:
  • C7, P2: opdr. 1, 3, 5, 6


Maandag 23 september:
  • leesautobiografie inleveren (Magister + papier)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions