Hfdst. 2

Hfst. 2 
De verklaring voor de conjunctuurbeweging
De essentie van dit hoofdstuk is dat wanneer de geaggregeerde vraag (effectieve vraag) stijgt, het geaggregeerde aanbod (macro-aanbod; aanbod van alle goederen en diensten) op korte termijn stijgt en op lange termijn terugkeert naar het natuurlijk productieniveau.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hfst. 2 
De verklaring voor de conjunctuurbeweging
De essentie van dit hoofdstuk is dat wanneer de geaggregeerde vraag (effectieve vraag) stijgt, het geaggregeerde aanbod (macro-aanbod; aanbod van alle goederen en diensten) op korte termijn stijgt en op lange termijn terugkeert naar het natuurlijk productieniveau.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Korte en lage termijn effect stijging EV

Op korte termijn zal een stijging van de geaggregeerde vraag leiden tot een (tijdelijke) stijging van het nationaal product (BBP / Y) en niet leiden tot een stijging van de prijzen. Dit komt omdat prijzen op korte termijn vast (rigide) worden verondersteld.

Op lange termijn zullen de prijzen wel kunnen stijgen, en zal het BBP terugkeren naar de natuurlijke productieomvang.

Slide 3 - Slide

Voorbeeld

Stel, er is sprake van een monetaire expansie (....................

..............................................). Dan gebeurt er het volgende:
1) ................................of ............................................... stijgt.

2) Op korte termijn: prijzen zijn rigide, dus de korte termijn geaggregeerde aanbodcurve (KTGA) loopt horizontaal. Dus ......... neemt toe.

Slide 4 - Slide

3) Op lange termijn: prijzen stijgen en Y keert terug naar natuurlijk productieniveau. De lange termijn geaggregeerde aanbodcurve (LTGA) loopt namelijk verticaal.



3) Op lange termijn: .................. stijgen en Y keert terug naar natuurlijk productieniveau. De lange termijn geaggregeerde aanbodcurve (LTGA) loopt namelijk verticaal.

Slide 5 - Slide

Voorbeeld

Stel, er is sprake van een monetaire expansie (stijging maatschappelijke geldhoeveelheid). Dan gebeurt er het volgende:
1) Geaggregeerde of effectieve vraag stijgt.

2) Op korte termijn: prijzen zijn rigide, dus de korte termijn geaggregeerde aanbodcurve (KTGA) loopt horizontaal. Dus Y neemt toe.

Slide 6 - Slide

3) Op lange termijn: prijzen stijgen en Y keert terug naar natuurlijk productieniveau. De lange termijn geaggregeerde aanbodcurve (LTGA) loopt namelijk verticaal.



3) Op lange termijn: prijzen stijgen en Y keert terug naar natuurlijk productieniveau. De lange termijn geaggregeerde aanbodcurve (LTGA) loopt namelijk verticaal.

Slide 7 - Slide

Uiteindelijk is het effect van een monetaire expansie dus alleen dat de prijzen stijgen.


Deze natuurlijke productieomvang kan in de loop der tijd wel stijgen, door technologische voortuitgang. Zo kan op zeer lange termijn, het BBP dus wel toenemen.


Slide 8 - Slide

Wat is het uiteindelijke effect van een monetaire expansie?
A
Heeft alleen invloed op de monetaire sfeer
B
Zal leiden tot stijging BBP
C
Heeft alleen invloed op de reële sfeer
D
Zal leiden tot stijging productiecapaciteit

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video