werkwoorden trainen: inclusief futurum en fut.ex.

weet ik alle vormen?
praesens- imperfectum
perfectum-plusq.perfectum
futurum-futurum exactum
1 / 20
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

weet ik alle vormen?
praesens- imperfectum
perfectum-plusq.perfectum
futurum-futurum exactum

Slide 1 - Slide

welke werkwoorden hebben een futurum op: -am, -es, et enz.
A
a- stammen
B
i- en mk-stammen
C
e-stammen
D
a- en e- stammen

Slide 2 - Quiz

welke werkwoorden hebben een futurum op: -bo, -bis, -bit, - bimus. etc.
A
a- en e-stammen
B
i- en mk-stammen
C
alle stammen
D
a-stammen

Slide 3 - Quiz

terremus, audimus en vincemus zijn alle 3 praesens
A
klopt
B
klopt niet, terremus is futurum
C
klopt niet, vincemus is futurum
D
klopt niet, vincemus en terremus zijn futurum

Slide 4 - Quiz

de perf.stam van posse is: potu-
A
klopt
B
klopt niet, want het is pot-
C
klopt niet, want het is pos-
D
klopt niet, want het is poss-

Slide 5 - Quiz

vertaal: vocabis
A
jij roept
B
jij riep
C
jij zult roepen
D
jij zult hebben geroepen

Slide 6 - Quiz

vertaal: fuero
A
ik zal zijn
B
ik ben geweest
C
ik was
D
ik zal zijn geweest

Slide 7 - Quiz

vertaal: terremus
A
wij maken bang
B
wij zullen bang maken
C
wij hebben bang gemaakt
D
wij maakten bang

Slide 8 - Quiz

vertaal: vincetis
A
jullie zullen overwinnen
B
jullie overwinnen
C
jullie zullen hebben overwonnen
D
jij zult overwinnen

Slide 9 - Quiz

vertaal: poteras
A
jij kunt
B
jij kon
C
jij hebt gekund
D
jij had gekund

Slide 10 - Quiz

vertaal: terrueras
A
jij hebt bang gemaakt
B
jij had bang gemaakt
C
jij maakte bang
D
jij zult hebben bang gemaakt

Slide 11 - Quiz

terream
A
ik maak bang
B
ik maakte bang
C
ik zal bang maken
D
ik heb bang gemaakt

Slide 12 - Quiz

Wat is de perfectumstam van esse ?

Slide 13 - Open question

Nu even van het Nederlands naar het Latijn

Slide 14 - Slide

vertaal: wij hadden overwonnen
A
vincebamus
B
vicerimus
C
vincemus
D
viceramus

Slide 15 - Quiz

vertaal: zij zullen zijn
A
erunt
B
sunt
C
erant
D
fuerunt

Slide 16 - Quiz

vertaal: jullie hebben gehoord
A
audiebatis
B
audivisti
C
audivistis
D
audiveratis

Slide 17 - Quiz

vertaal: wij zullen horen
A
audiebamus
B
audimus
C
audiemus
D
audivimus

Slide 18 - Quiz

vertaal: ik had overwonnen
A
vicero
B
vincebam
C
viceram
D
vici

Slide 19 - Quiz

Dit was de laatste vraag

Slide 20 - Slide