3.2 Verbanden

1 / 12
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Ik kan een letterformule maken
- Ik kan rekenen met een formule
- Ik weet wat variabelen zijn en kan ze aanwijzen
Planning
- Wat weet je nog?
- Begrippen: letterformule, variabele
- Rekenen met formules
-Afsluiten

Slide 2 - Slide

Welk soort grafiek hoort er bij een lineaire formule?
A
Vloeiende kromme
B
Rechte lijn
C
Periodieke grafiek
D
Gebogen grafiek

Slide 3 - Quiz

Wat voor soort grafiek is dit?
A
Lineaire grafiek
B
Vloeiende kromme
C
Periodieke grafiek

Slide 4 - Quiz

Variabelen in een woordformule
In de woordformule     
   huurprijs in euro = 15 + 5 x tijd in dagen
zijn de woorden de variabelen



Slide 5 - Slide

Woordformule omzetten in formule met letters
woordformule        huurprijs in euro = 15 + 5 x tijd in dagen
wij vervangen de woorden in letters
tijd in dagen vervangen we door  t en huurprijs in euro vervangen we door h
Letterformule is dan
h = 15 + 5t  
h: huurpijs in euro
t: tijd in dagen 
=> vermeld onder de formule wat de eenheid is en het x teken tussen 5 en t mag je weglaten

Slide 6 - Slide

Welke variabelen zitten er in de formule:

Kosten in euro = 34 + 6,75 x aantal in uren
A
euro en uren
B
kosten in euro
C
kosten en aantal
D
aantal in uren

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de variabelen in deze formule H = 5 + 3t
A
H en t
B
5 en 3
C
3t
D
H

Slide 8 - Quiz

Ik kan variabelen aanwijzen in een formule
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Afstand in km = 20 x tijd in uren.
Wat is de afstand na 5 uur?

Slide 10 - Open question

Vraag 12

Slide 11 - Open question

Ik kan rekenen met woordformules
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll