Optellen en Aftrekken

1 / 39
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 4,5

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Rekenen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis voor Optellen en Aftrekken:
1. Getallen herkennen tot minimaal 1000.
2. Weten wat een plus (+) en een min (-) teken betekenen.
3. Sommen begrijpen zoals: 5 + 3 = 8 en 9 - 4 = 5.

Slide 4 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Leerdoelen
Aan het einde van de les...
Ik kan sommen maken met optellen.
Ik kan sommen maken met aftrekken.
Ik kan optellen en aftrekken gebruiken in het dagelijks leven.

Slide 5 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Optellen 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

245 + 372 =

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

275 + 318 =

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

564 + 789 =

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

642 + 358 =

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

625 + 439 =

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

479 + 721 =

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aftrekken

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

754 - 432 =

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

921 - 567 =

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

635 - 218 =

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

700 - 345 =

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

842 - 659 =

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

650 - 425 =

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Vijftien eraf acht:

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Drie erbij zeven:

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Sam heeft €75 en koopt schoenen voor €49. Hoeveel geld heeft hij nog over?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Er zijn 124 stoelen in een zaal. De organisatie plaatst er nog 56 bij. Hoeveel stoelen zijn er nu?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Een winkel had 250 appels. Ze verkochten er 187. Hoeveel appels zijn er nog?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Emma heeft €23 en krijgt €15 van haar opa. Hoeveel geld heeft ze nu in totaal?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

In een dierentuin zijn 320 bezoekers in de ochtend en 290 in de middag. Hoeveel bezoekers zijn er in totaal?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Op de school van Lizzy zijn 12 meesters en juffen. Er zijn 4 meesters. Hoeveel juffen zijn er?
A
6
B
8
C
9
D
10

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Bibi heeft 9 euro. Ze koopt een bakje kersen voor 2 euro en een kilo peren voor 3 euro. Hoeveel euro heeft ze nog over?
A
6
B
4
C
3
D
1

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

's Morgens kijkt Lynn op de thermometer. Het is 7 graden. Die middag is het 7 graden warmer. Hoeveel graden is het dan?
A
7
B
10
C
12
D
14

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

In de klas van Hannah zitten 16 kinderen. 6 jongens en ... meisjes.
A
12
B
10
C
8
D
7

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Romy koopt een shirt van 20 euro en een paar sokken van 3 euro. Hoeveel moet ze betalen?
A
26
B
24
C
23
D
21

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Femke heeft 22 stiften. 2 volle doosjes van 10 en dan nog ... losse stiften.
A
12
B
8
C
6
D
2

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Was de les duidelijk?
Heb je alles begrepen?
0100

Slide 39 - Poll

This item has no instructions