What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
bezittelijk voornaamwoord 3tl/4tl
Bezittelijke voornaamwoorden
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bezittelijke voornaamwoorden
Slide 1 - Slide
Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een E ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud
Slide 2 - Quiz
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Hoe heet jouw oma?
A
Hoe
B
heet
C
jouw
D
oma
Slide 3 - Quiz
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Haar moeder heet Agnes
A
haar
B
moeder
C
heet
D
Agnes
Slide 4 - Quiz
Nu in het Duits....
Slide 5 - Slide
Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Wie heißt deine Oma?
A
Wie
B
heißt
C
deine
D
Oma
Slide 6 - Quiz
Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Ihre Tante ist 32 Jahre alt.
A
Ihre
B
Tante
C
23 Jahre
D
alt
Slide 7 - Quiz
Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Das ist Ihr Fahrrad.
A
das
B
ist
C
Ihr
D
Fahrrad
Slide 8 - Quiz
Vertaal in het Duits:
een
A
kein - keine
B
mein - meine
C
ein - eine
D
sein - seine
Slide 9 - Quiz
Vertaal in het Duits:
geen
A
kein - keine
B
dein - deine
C
ein - eine
D
sein - seine
Slide 10 - Quiz
Kies het juiste antwoord.
mijn ________________ Vater
A
mein
B
meine
Slide 11 - Quiz
Kies het juiste antwoord.
onze ________________ Dusche (v)
A
unser
B
unsere
Slide 12 - Quiz
Kies het juiste antwoord.
jouw ________________ Handy (o)
A
dein
B
deine
Slide 13 - Quiz
Kies het juiste antwoord.
zijn ________________ Fernseher (m)
A
sein
B
seine
Slide 14 - Quiz
Kies het juiste antwoord.
haar ________________ Schlafzimmer (o)
A
ihr
B
ihre
Slide 15 - Quiz
Kies het juiste antwoord.
uw ________________ Garten (m)
A
Ihr
B
Ihre
Slide 16 - Quiz
Bezittelijke voornaamwoorden
mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
jullie
hun/uw
mein
dein
sein
ihr
unser
euer
ihr/Ihr
Slide 17 - Drag question
Vertaal de bezittelijke voornaamwoorden
mijn
jouw
zijn/haar
ons/onze
jullie
hun/uw
mein(e)
dein(e)
sein(e) / ihr(e)
unser(e)
euer(e)
ihr(e)/Ihr(e)
Slide 18 - Drag question
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord
Das sind (onze) Eltern (mv)
A
meine
B
dein
C
ihre
D
unsere
Slide 19 - Quiz
Vervoeg het bezittelijk voornaamwoord:
Dies ist (mijn) Buch (o)
A
meine
B
meiner
C
meines
D
mein
Slide 20 - Quiz
Was ist (jouw) Name (m)?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr
Slide 21 - Quiz
(Mijn) Hobby (o) ist Handball.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein
Slide 22 - Quiz
(Jullie) Auto (o) ist sehr schön.
A
Unser
B
Euere
C
Unsere
D
Euer
Slide 23 - Quiz
Das ist (mijn) Fahrrad (o).
A
meine
B
deine
C
mein
D
sein
Slide 24 - Quiz
Ende
Slide 25 - Slide
More lessons like this
bezittelijk voornaamwoord
March 2023
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
bezittelijk voornaamwoord
November 2021
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
bezittelijk voornaamwoord
January 2022
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
bezittelijk voornaamwoord
November 2021
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Bezittelijk vnw 2tl
March 2023
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
KM2 Kap 8 :bezittelijkvnw
June 2023
- Lesson with
42 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
bezittelijk voornaamwoord
October 2023
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
bezittelijk voornaamwoord_2D
April 2023
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2