1.3 overbrengingen

1.3 overbrengingen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.3 overbrengingen

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • Vaste katrol
  • Losse katrol
  • Takel
  • Tandwielen

Slide 2 - Slide

De vaste katrol


Een vaste katrol draait de kracht om. Je herkent een vaste katrol aan het feit dat hij VAST zit.


Slide 3 - Slide

De losse katrol
  • Een losse katrol maakt ons sterker.
  • De last wordt verdeeld over het aantal touwen waaraan de last hangt.

Slide 4 - Slide

Samenvatting
Een takel is een combinatie van minstens 1 vaste en 1 losse katrol.  

  • Een vaste katrol is zo vastgemaakt dat hij niet meer op en neer kan bewegen. 
  • Een losse katrol beweegt op en neer, samen met het voorwerp dat wordt opgehesen. 

Slide 5 - Slide

Takel
Vaste katrol met losse katrol: er is minder kracht nodig om de last op te tillen èn je oefent de kracht in tegengestelde richting uit. 

Slide 6 - Slide

Tandwielen
  • Tandwiel trappers is 2x zo groot als tandwiel achterband: je komt 2x zo ver met 1 keer rondtrappen, MAAR dit kost 2x zo veel kracht!

Slide 7 - Slide

Wat is de werking van een vast katrol
A
het omdraaien van de kracht
B
het halveren van de kracht
C
het verdubbelen van de kracht
D
er gebeurt niets

Slide 8 - Quiz

Een verhuizer gebruikt een vaste katrol om een last van 800 N omhoog te hijsen over een afstand
van 6 m.
Wat is het voordeel van zo'n vast katrol?
A
Dan hoeft hij maar met 400 N aan het touw te trekken.
B
Dan hoeft hij minder arbeid te verrichten
C
Het is gemakkelijker om het touw naar beneden te trekken dan de kist omhoog.
D
Hij hoeft dan maar 3m touw in te halen.

Slide 9 - Quiz

Bereken de trekkracht in D
A
24 N
B
12 N
C
8 N
D
6 N

Slide 10 - Quiz

Bereken hoeveel touw je moet inhalen als het gewicht 5 meter omhoog moet
A
5 m
B
10 m
C
15 m
D
20 m

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video