TH 7 BS 2 Hormonale regulatie oefenvragen

5V B2 Hormonale regulatie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5V B2 Hormonale regulatie

Slide 1 - Slide

Geef het begrip voor het regelen rond een bepaald evenwicht.

Slide 2 - Open question

Welke hormonen horen bij welke klier?
Groeihormoon
Schildklierhormoon
Adrenaline
Insuline
Glucagon
Testosteron
Oestrogeen

Slide 3 - Drag question

Hoe noemen we het fenomeen dat een hormoon zijn eigen aanmaak remt?

Slide 4 - Open question

Welk van de onderstaande organen is geen hormoonklier?
A
De alvleesklier
B
De hersenstam
C
De maag
D
De nieren

Slide 5 - Quiz

In welk orgaan worden 'releasing hormones' gemaakt?
A
Hypothalamus
B
Hypofyse
C
Doelorgaan
D
Hypothalamus en hypofyse

Slide 6 - Quiz

Wat zijn releasing hormonen?

Slide 7 - Open question

Welke van deze hormonen is een releasing hormoon
A
Adrenaline
B
Cortisol
C
ACTH
D
CRH

Slide 8 - Quiz

Releasing hormonen en stimulerende hormonen hebben als doelwitorgaan...

Slide 9 - Open question

Wat is de (biologische) term voor de hormonale regeling zoals die door de pijlen 1 en 2 in bron 1 wordt aangegeven?

HT = hypothalamus
H = hypofyse
S = schildklier
A
Positieve feedback
B
Negatieve feedback
C
Regeling
D
Doorstroming

Slide 10 - Quiz

Wat zijn hormonen en hoe werkt een hormoon?

Slide 11 - Open question

Welke stelling is onjuist
A
Hormonen worden vervoerd via het bloed
B
Hormonen komen overal in het lichaam bij vrijwel elke cel
C
Alleen de cellen waar het hormoon voor bedoeld is reageert op het hormoon
D
Elke cel heeft een type receptor waarmee hij het signaal van verschillende hormonen kan ontvangen

Slide 12 - Quiz

Waar wordt groeihormoon geproduceerd?
A
In de bijnieren
B
In de alvleesklier
C
In de hypothalamus
D
In de hypofyse

Slide 13 - Quiz

Welke organen zullen doelwit zijn van groeihormoon?

Slide 14 - Open question

Welk signaal zorgt voor afgifte van insuline?
A
Een grote hoeveelheid koolhydraten in de darm
B
Een lage hoeveelheid glycogeen in de lever
C
Een hoog glucosegehalte in het bloed
D
Een grote hoeveelheid spijsverteringsenzymen die afgegeven worden door de alvleesklier

Slide 15 - Quiz

Op welk moment schrok deze persoon hevig?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 16 - Quiz

Welk hormoon is verantwoordelijk voor het verhoogde glucosegehalte?
A
Insuline
B
Glucagon
C
Adrenaline
D
Thyroxine

Slide 17 - Quiz

Wat is een 'second messenger' ?

Slide 18 - Open question

Adrenaline heeft verschillende effecten op verschillende organen. Welk effect heeft adrenaline op spieren?
A
Ze gaan extra glucose afgeven
B
Ze gaan extra glucose opnemen
C
Ze gaan sneller samentrekken
D
Ze gaan meer zuurstof opnemen

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Hormonen worden gemaakt in               
Hormonen zijn                       of  
Nadat ze gemaakt gaan de hormonen door 
de cellen uit het bloed in.
Alleen bij cellen met de juiste                            kan een hormoon binden.
De binding van het hormoon zorgt voor een  
binnen de cel (andere genexpressie)
exocytose
reactie
hormoonklieren
eiwitten
receptor
vetten

Slide 21 - Drag question

(naar) binnen =
(naar) buiten =
gelijk blijven =
afgeven =
toestand = 
temperatuur =
andere = 
homo(ios)
endo
crien
exo
stasis
therm
hetero

Slide 22 - Drag question

Ik heb de leerdoelen van basisstof 2 onder de knie
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Zijn er begrippen of processen die nog niet duidelijk zijn?

Slide 24 - Open question