HAVO 2 par 3.1 LES 2 wat is de vraag

PARAGRAAF 3.1
LES 2
Wat is de vraag?

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

PARAGRAAF 3.1
LES 2
Wat is de vraag?

Slide 1 - Slide

Lesdoel


  • hoe teken je de vraaglijn
  • wat zijn vraagfactoren
Herhalen
  • markt
  • de vraaglijn
  • de vraagfunctie

Slide 2 - Slide

Lesdoel 1
de vraaglijn tekenen

Slide 3 - Slide

Vraaglijn
  • het verband tussen vraag en prijs
  • er is altijd een negatief verband
  • hoe hoger de prijs, hoe minder mensen het product willen hebben 

Slide 4 - Slide

Vraaglijn
Stappen om vraaglijn te tekenen:

  1.   Y-as = de prijs   en   X-as = de hoeveelheid.
  2.   Berekenen het punt Q = nul
      Welke prijs (p) hoort daar bij?
  3.   Berekenen het punt P = nul
      Welke hoeveelheid (q) hoort daar bij?




Slide 5 - Slide

Vraaglijn tekenen
Qv = -0,2P + 75 
Stap 1   P = 0 

Qv = (-0,2 x 0) + 75
Qv = 75.

Punt 1 
P = 0 en Q = 75.
Stap 2A   Q = 0
 
0 = -0,2P + 75
0,2P =75
P = 75 : 0,2        P = 375.

Punt 2A
Q = 0 en P = 375
Nu kun je de lijn tekenen met de twee punten  
Stap 2B   P = 100 

Qv = (-0,2 x 100) + 75
Qv = -20 + 75.
Qv = 55 

Punt 2B
P = 100 en Q = 55.

Slide 6 - Slide

Lesdoel 2
de vraagfactoren

Slide 7 - Slide

Vraagfactoren
Hoeveel er gevraagd wordt van een product hangt af van een aantal VRAAGFACTOREN:
 
  • prijs
  • inkomen
  • behoeften en voorkeuren
  • prijs van andere producten

Slide 8 - Slide

Verschuiven OP de vraaglijn
Als de prijs verandert, wordt er meer of minder van een product gekocht.
De vraag verschuift dan OP de vraaglijn.

De prijs zakt van € 300 (rode stip) naar € 150 (groene stip)

Slide 9 - Slide

Verschuiven VAN de vraaglijn
De vraaglijn kan naar rechts of links verschuiven als:


- de prijs van een ander product hoger of lager wordt
- het inkomen / budget stijgt of daalt
- de behoeften toe- of afnemen




Slide 10 - Slide

Aan de slag
Maak de vragen 9, 10, 13 en 14 
van paragraaf 3.1

Klaar? Maak dan de Lesson Up vragen uit deze les (3.1 les2)

Slide 11 - Slide

Oefenen
Maak de vragen  9, 10, 13 en 14 van paragraaf 3.1
(je kan ook eerst nog even een filmpje van de vraaglijn bekijken)
Als je hier klaar mee bent dan kan je extra oefenen met de herhalingsopdrachten 1, 5 en 7 op bladzijde 90

Slide 12 - Slide

De huizenmarkt is een voorbeeld van:
A
Concrete markt
B
Abstracte markt

Slide 13 - Quiz

Waar zie je de vraaglijn?
A
B

Slide 14 - Quiz

Wat kan een oorzaak geweest zijn van deze verschuiving?
A
meer behoefte naar dit product
B
minder behoefte naar dit product
C
budget voor dit product daalt
D
inkomen daalt

Slide 15 - Quiz

Wat kan geen oorzaak geweest zijn van deze verschuiving?
A
inkomen wordt hoger
B
meer behoefte naar dit product
C
prijs goed daalt

Slide 16 - Quiz

Vraagfactoren:
De factoren die van invloed zijn op de vraag naar een bepaald product.
Wat hoort hier niet bij?
A
De prijs van een product?
B
De hoeveelheid producten?
C
De hoogte van het inkomen?
D
De prijs van andere producten?

Slide 17 - Quiz

Waarom heeft de vraaglijn een dalend verloop?
A
Hoe hoger de prijs, hoe meer vraag
B
Hoe hoger de prijs, hoe minder vraag
C
Omdat de aanbodlijn stijgt
D
Omdat er altijd sprake is van evenwicht

Slide 18 - Quiz

De vraaglijn wordt gegeven door:
Qv = -2p + 500
Wat is de vraag bij p = 100?
timer
2:30
A
Vraag = 700
B
Vraag = 500
C
Vraag = 300
D
Vraag is 200

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Vraaglijn
De vraag naar producten bij verschillende prijzen teken je met de vraaglijn.
Je ziet dan hoe de vraag reageert op een verandering in de prijs.

Slide 21 - Slide

Vraaglijn
Als de prijs hoog is, wordt er minder gekocht.
Als de prijs laag is, wordt er meer gekocht.

De vraaglijn loop daardoor van boven naar beneden

Slide 22 - Slide