bs 1 voedingsmiddelen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Thema 2

voeding en vertering

lesdoel

• Je weet het verschil tussen dierlijke en plantaardige voedingsmiddelen 
• Je kunt de functies van voedingsstoffen noemen.
• Kader: Je kunt de functies van voedingsvezel noemen.

Lesplanning

• Herhaling voedingsmiddel & dierlijke en plantaardige voedingsmiddelen
• Quiz vragen
• Nakijken opdracht 1 & 2  blz 62,63 van je boek(basis), kader opdracht 1 blz. 82,83
• Uitleg voedingsstoffen (en voedingsvezel voor kader)
• Basis: maken opdracht 5,6,7,8 blz 64 tot en met 67
• Kader:Maken opdracht 2,3,4, blz 82, 83
• Afsluiting les

Voeding

Wat is je lievelingsgerecht?

Voedingsmiddelen:

• Alles wat je eet en drinkt.

Er zijn 2 soorten voedingsmiddelen:

plantaardig                    of                   dierlijk

Wat zijn dierlijke voedingsmiddelen?

1. rookworst
2. sla
3. kopje thee
4. appel

Wat zijn plantaardige voedingsmiddelen?

1. rookworst
2. sla
3. kopje thee
4. kaas

Welk eten is géén ontbijt?

1. rijst
2. Muesli met melk of yoghurt
3. brood
4. pizza

In welke voeding zitten plantaardige èn dierlijke voedingsmiddelen?

1. broodje worst
2. broodje kaas
3. vegetarische pizza
4. biefstuk van een koe

Voedingsstoffen:

Stoffen die je lichaam nodig heeft om goed te kunnen werken.

• Brandstof: voor nieuwe energie
• Bouwstoffen: voor nieuwe cellen te maken
• Reservestoffen: voor  later te gebruiken 
• Beschermende stoffen: om gezond te blijven

6 groepen voedingsstoffen:

• Eiwitten
• Koolhydraten
• Vetten
• Water
• Mineralen
• Vitaminen

Voedingsvezel

Verzamelnaam voor stoffen van planten die je lichaam niet kan verteren

Verteren

Waar zorgen voedingsvezels voor in je lichaam?

Welke leerling heeft een goed antwoord in de les gegeven op een vraag?

Welke leerling heeft het beste actief meegedaan in de les?