BS 5 Wervelkolom

Even een stukje herhalen!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Even een stukje herhalen!

Slide 1 - Slide

Beenverbindingen
vergroeiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 2 - Drag question

Welke functies heeft ons skelet?
A
Vormgeven, bescherming en stevigheid
B
Vormgeven, stevigheid en beweging
C
Beweging, vormgeven, stevigheid en bescherming

Slide 3 - Quiz

Sleep de namen naar de juiste plek
Beenderen van de hand
vingerkootje
ellepijp
handwortel-
beentje
spaakbeen
middenhands-
beentje
1
2
3
4
5

Slide 4 - Drag question

B5 De wervelkolom

Slide 5 - Slide

Dieren met een wervelkolom

Slide 6 - Slide

Bouw van de wervelkolom

Slide 7 - Slide

Wervelkolom


Dubbele S


Tussenwervelschijven

Slide 8 - Slide

Wervelkolom: as van het lichaam
Wervelkolom bestaat uit wervels. 

Tussen de wervels zitten tussenwervelschijven van kraakbeen.

Vangen schokken op als we tillen, buigen of lopen. 

Slide 9 - Slide

Wervel

Slide 10 - Slide

Houding en tillen

Slide 11 - Slide

Staan
'Bochel' 
Scheve belasting tussenwervelschijven.

Slide 12 - Slide

Goede zithouding
Bij een goede lichaamshouding is je rug recht en heeft je wervelkolom een dubbele-S-vorm

Slide 13 - Slide

Verkeerde zithouding
Tussenwervel schijven
Door een slechte houding kan je wervelkolom scheef gaan staan. De tusssenwervelschijven worden dan aan 1 kant ver ingedrukt. Ze kunnen dan beschadigen. 
Spieren
Sommige spieren die in de rug zitten moeten harder werken dan anderen. Hierdoor kunnen spieren overbelast raken. 
Een goede zithouding is dus heel belangrijk!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Tillen

Slide 16 - Slide

Op welke 2 manieren vangt je wervelkolom schokken op als je loopt of rent (2 antwoorden goed)
A
Door de dubbele s-vorm
B
Door de kraakbeenschijven
C
Door het beenmerg
D
Door de veercapaciteit van de borstwervels

Slide 17 - Quiz

Je wervelkolom bestaat uit verschillende onderdelen. Welke zijn dit?
A
wervels, tussenwervelschijven, spieren en zenuwen
B
wervels
C
wervels, tussenwervelschijven en spieren
D
wervels en tussenwervelschijven

Slide 18 - Quiz

Tillen doe je vooral met je ...?
A
armspieren
B
rugspieren
C
beenspieren
D
buikspieren

Slide 19 - Quiz

Wat zijn de functies van de tussenwervelschijven?
A
het beschermt je ruggenmerg
B
hierdoor kan je je rug een beetje bewegen
C
ze vangen schokken op
D
hierdoor wordt je rug een beetje langer

Slide 20 - Quiz

Been is harder dan kraakbeen.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Zie afbeelding
Het kind wordt opgetild
A
Dat is een voorbeeld van goed tillen. De armen zijn gestrekt en het kind is op de juiste afstand van de moeder.
B
Dat is een voorbeeld van goed tillen. De armen zijn gestrekt en de houding van de rug is goed
C
Dit is geen goede manier van tillen
D
Dat is een voorbeeld van goed tillen. De benen en de rughouding van de moeder zijn goed.

Slide 22 - Quiz