20-21 par. 3.6 - IWO

Goederenstroom
Klas 2hvsa en b
Schooljaar 2020-2021
Opleiding Verkoopspecialist
Docent: mevrouw Jansen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goederenstroom
Klas 2hvsa en b
Schooljaar 2020-2021
Opleiding Verkoopspecialist
Docent: mevrouw Jansen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Kennis toetsen gemiddelde voorraad (par. 3.5)
  • Uitleg par. 3.6 - inkoopwaarde van de omzet
  • Afgewisseld met interactieve vragen

Slide 4 - Slide

Lesdoelen:
  • Je leert wat inkoopwaarde van de
      omzet is.
  • Je leert hoe je de inkoopwaarde
      van de omzet moet berekenen
      vanuit de verkochte voorraad.
  • Je leert hoe je de inkoopwaarde
      moet berekenen vanuit de omzet.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

De waarde van de voorraad bij een winkel is op 1 januari € 230.000 / op 1 juli € 225.000 / op 31 december € 245.000 / Vraag: bereken de gemiddelde voorraad van dat jaar.

Slide 7 - Open question

Inkoopwaarde van de omzet (IWO)
  • Is het totale aantal artikelen dat verkocht is tegen inkoopprijzen.
  • Om de inkoopwaarde van de omzet uit te rekenen wil je dus eigenlijk
      weten hoeveel je hebt verkocht (tegen inkoopprijs).
  • Je kunt de inkoopwaarde van de omzet op twee manieren uitrekenen. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Een voorbeeld
  •  Van een artikelgroep zijn de volgende gegevens bekend:
                        - waarde van de voorraad op 1 januari: € 23.560
                        - waarde van de voorraad op 31 december: € 19.580
                        - totaalbedrag inkopen (excl. btw) in dat jaar: € 55.670
                        - totaalbedrag creditnota's inkopen (excl. btw): € 2.200
  • Bereken de inkoopwaarde van de omzet (IWO)
  • Uitwerking zie op bord

Slide 10 - Slide

Beginvoorraad € 35.000 / eindvoorraad € 22.000 / waarde inkopen € 56.000 / Bereken de IWO

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Een voorbeeld
  • Dave heeft een sportwinkel
  • De brutowinst op de inkoopwaarde van de voetballen is 68%
  • De omzet van de voetballen was het afgelopen jaar € 4.250
  • Wat is de IWO en wat is de brutowinst in euro's?
  • Uitwerking zie op bord

Slide 14 - Slide

Een winkel verkoopt sieraden / de brutowinst op armbanden is 28% van de IWO / de omzet is € 380.000 / wat is de IWO in euro's ?

Slide 15 - Open question

Huiswerk voor volgende week
  • Maken H3 vraag 41 t/m 48 (par. 3.6) op pag. 131 en 132
  • Huiswerkopdracht en inleverdatum zie in Teams

Slide 16 - Slide