Ouderdom in de GHZ

Ouderdom in de GHZ
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Ouderdom in de GHZ

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Je kunt aan het einde van deze les:
  • in eigen woorden uitleggen wat veroudering is;
  • tenminste 3 lichamelijke veranderingen benoemen bij iemand met een verstandelijke beperking;
  • benoemen wat er verandert in het eetpatroon van iemand met een verstandelijke beperking;
  •  psychische veranderingen benoemen bij iemand met een verstandelijke beperking;
  • benoemen wat voor een invloed het heeft op je sociale leven als je verstandelijk beperkt bent.

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij ouderdom

Slide 3 - Mind map

Oudere zorgvrager in de GHZ
  • Zorgvragers met een verstandelijke beperking hebben een langere levensverwachting dan vroeger. Dat komt door betere zorg en betere levensomstandigheden. 
  • Oudere zorgvragers hebben een grotere behoefte aan zorg.
  • Het verschilt per zorgvrager wanneer het verouderingsproces begint. Dat hangt samen met de ernst van de verstandelijke beperking en de oorzaak daarvan.

Slide 4 - Slide

Wat ga je zien bij een oudere
zorgvrager on de GHZ?

Slide 5 - Mind map

Wat zie je?
  • de zorgvrager lichamelijk veroudert, je ziet dan bijvoorbeeld grijs haar, rimpelige huid, en je merkt dat de zintuigen achteruit gaan;
  • de zorgvrager zelfzorgactiviteiten minder goed kan uitvoeren, je ziet dan bijvoorbeeld dat een zorgvrager zichzelf niet meer kan wassen of aankleden;
  • de balans tussen de dagelijkse activiteiten en de rustmomenten verstoord dreigt te raken, als iemand bijvoorbeeld zijn werktempo niet meer vol kan houden.

Slide 6 - Slide

Zorgvragers met een verstandelijke beperking hebben meer kans op gezondheidsproblemen als gevolg van het verouderingsproces. Ze hebben meer kans op:

  • complicaties bij verouderingsprocessen, onder andere doordat ze minder kennis hebben en minder begrijpen;
  • bepaalde ziektebeelden, zoals dementie en depressie, door samenhang met de oorzaak van de verstandelijke beperking.

Slide 7 - Slide

Iemand met syndroom van Down heeft meer kans op vervroegde veroudering
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Zorgvragers met het syndroom van Down hebben een extra chromosoom 21. De aandoening wordt daarom ook wel trisomie 21 genoemd. Op de chromosomen zitten genen. Er is een gen dat zorgt voor de aanmaak van eiwitten. Door de extra kopie van dit gen bij zorgvragers met downsyndroom wordt meer eiwit gemaakt.
 Dit eiwit hoopt zich op in de ogen, oren en vooral in de hersenen en de vaten waardoor er al op jongere leeftijd al kans is op onder andere:

  • slechthorendheid en slechtziendheid
  • grijze haren en vroege kaalheid
  • vervroegde menopauze
  • vervroegde dementie



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Wat valt je op in deze film mbt ouderdom in de GHZ
Noem er 2

Slide 11 - Slide

Veroudering kan zichtbaar worden door veranderingen op de volgende gebieden:
  • de zintuigfuncties
  • de motoriek en het evenwicht
  • de huid
  • het gebit
  • het eetpatroon
  • de uitscheiding
  • de temperatuurregulatie






Slide 12 - Slide

De functie van de zintuigen wordt bij veroudering slechter.
Welk zintuig blijft meestal wel intact?
A
Zicht
B
Gehoor
C
Tastzin
D
Smaak

Slide 13 - Quiz

Signalen verandering zintuigen
Zicht:
voorwerpen van heel dichtbij bekijkt
Onzekerheid tijdens het lopen in een donkere omgeving of struikelen over drempels


Slide 14 - Slide

Signalen verandering zintuigen
Het gehoor wordt minder, eerst in de hogere tonen, later ook in de lagere tonen.

Verschillen in volume kunnen irritatie veroorzaken.

Smaak en geur worden ook minder bij het ouder worden. De tastzin blijft meestal goed.

Slide 15 - Slide

Aandachtspunten bij slechter wordende zintuiglijke functies:
  • Zorg voor voldoende licht: realiseer je dat een oudere dubbel zoveel licht nodig heeft om goed te kunnen zien.
  • Een rustige, overzichtelijke inrichting maakt de omgeving minder ingewikkeld en vermoeiend. 
  • Gebruik contrasten als de zorgvrager iets goed moet kunnen zien: dek bijvoorbeeld de tafel met contrasterende kleuren, 
  • Stimuleer de zintuigen: zorg voor aangename prikkels en stimuleer bijvoorbeeld de tastzin van de zorgvrager of roep aangename herinneringen op met smaken en geuren van vroeger.


Slide 16 - Slide

Artrose is een oorzaak van verminderde motoriek
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Aandachtspunten bij verminderde motoriek en evenwicht
  • Voor de spieren en gewrichten geldt het Engelse gezegde: use it or lose it. Dat betekent: wat je niet gebruikt, verlies je. Bij een zorgvrager die niet of te weinig beweegt, gaat het bewegingsapparaat snel achteruit
  • Stimuleer beweging. Bewegen is meer dan lopen!
  • Besteed aandacht aan plekken waar het moeilijker is om balans te bewaren, zoals opstapjes en trappen.

Slide 18 - Slide

Wat is géén functie van de huid?
A
Waarneming
B
Warmteregeling
C
Barrierefunctie
D
Productie Vit C

Slide 19 - Quiz

De verouderde huid
De huid wordt door veroudering kwetsbaarder. 
De opperhuid wordt steeds dunner. 
De huid wordt ook minder soepel en elastisch. 
De hoeveelheid bindweefsel wordt minder.

Slide 20 - Slide

Aandachtspunten bij veroudering van de huid:
  • Bescherm de huid van de zorgvrager tegen invloeden van buitenaf, bijvoorbeeld door een dagcrème met beschermingsfactor te gebruiken.
  • Pas hygiënische maatregelen toe bij de huidverzorging. Droog de huid altijd goed om smetten te voorkomen.
  • Controleer de huid van de zorgvrager regelmatig op beschadiging en irritatie. Houd wratjes en pigmentvlekken in de gaten. Waarschuw de arts bij veranderingen of als een plekje spontaan gaat bloeden.
  • Besteed aandacht aan preventie van decubitus en huidbeschadiging door incontinentie.


Slide 21 - Slide

Verandering in het gebit
  • afwijkende stand van de tanden, waardoor het gebit moeilijker te reinigen is
  • verminderde natuurlijke reiniging van de mond: door bijvoorbeeld stijve of juist slappe mondspieren
  • veel zuigen en sabbelen aan een zuigfles of antilekbeker
  • reflux en rumineren
  • gewoontes zoals duimen, nagelbijten en tandenknarsen



Slide 22 - Slide

Door mondproblemen kan de zorgvrager pijn hebben, waardoor hij minder gaat kauwen. Daardoor worden de kauwspieren en de doorbloeding van de kaken minder. Waardoor weer tandbederf ontstaat.
Aandachtspunten: goede mondzorg en tijd nemen om te eten (goed kauwen)

Slide 23 - Slide

Een zorgvrager met overgewicht ook ondervoed kan zijn.
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Verandering in eetpatroon
Slikproblemen
Ondervoeding
Uitdroging


Slide 25 - Slide

Hoe weet je dat een zorgvrager onvoldoende gedronken heeft

Slide 26 - Mind map

Signalen dat een zorgvrager uitgedroogd is, kunnen zijn:
Signalen dat een zorgvrager uitgedroogd is, kunnen zijn:

  • verminderde elasticiteit van de huid
  • droge mond, droge slijmvliezen
  • minder urineproductie
  • verwardheid
  • obstipatie
  • onbegrepen koorts





Slide 27 - Slide

Gevolgen uitdroging
  • spijsverteringsproblemen
  • gewrichtspijn
  • droge mond en huid
  • concentratieproblemen, moeheid en duizeligheid



Slide 28 - Slide

Noem 2 problemen met uitscheiding

Slide 29 - Mind map

Problemen bij uitscheiding
Door lichamelijke veroudering wordt de spijsvertering trager. De spieren worden slapper. Dat geldt ook voor de bekkenbodemspieren.


Bij oudere zorgvragers kunnen daardoor verschillende problemen bij de uitscheiding voorkomen:
  • urineweginfecties
  • obstipatie
  • incontinentie



Slide 30 - Slide

Opdracht
Wat zijn signalen van:

  • urineweginfecties
  • obstipatie
  • incontinentie

Tijd: 15 min

Slide 31 - Slide

Temperatuurregulatie
Naarmate het lichaam ouder wordt, is het minder goed in staat bij koud weer op temperatuur te blijven. Ouderen hebben bovendien minder gevoel voor kou en merken niet altijd dat hun lichaamstemperatuur daalt.

Slide 32 - Slide

Psychische veroudering
  • het geheugen
met name korte termijn geheugen
  • intelligentie
concentratievermogen gaat achteruit
gaat op cognitief later niveau functioneren
  • leervermogen
hetzelfde begripsniveau, maar duurt langer voordat iets verwerkt wordt.

Slide 33 - Slide

Sociale veranderingen
door lichamelijke en psychische veranderingen wordt de wereld voor de verstandelijke beperkte wordt steeds kleiner.

 brengt meer tijd in bed door
minder positief zelfbeeld → minder contacten → minder positief zelfbeeld
verminderd gehoor- en gezichtsvermogen → minder contacten

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Doel van de les behaald?
Je kunt aan het einde van deze les:
  • in eigen woorden uitleggen wat veroudering is;
  • tenminste 3 lichamelijke veranderingen benoemen bij iemand met een verstandelijke beperking;
  • benoemen wat er verandert in het eetpatroon van iemand met een verstandelijke beperking;
  • psychische veranderingen benoemen bij iemand met een verstandelijke beperking;
  • benoemen wat voor een invloed het heeft op je sociale leven als je verstandelijk beperkt bent.

Slide 36 - Slide

Vragen?
VRAGEN?

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide