What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Voorbereiden examens spreken en gesprekken
Examens spreken en gesprekken
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
1 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Examens spreken en gesprekken
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
- Je weet welke examens je gaat doen
- Je weet wat een feit, mening en een argument is
- Je kunt een feit, mening of een argument herkennen
Slide 2 - Slide
Spreken
- 3-5 minuten
- Je krijgt een onderwerp waarover je je presentatie moet houden
- 2 docenten, geen klasgenoten aanwezig
- 3 weken voor je examen hoor je wat het onderwerp is
- Ter voorbereiding maak je een PowerPoint
Slide 3 - Slide
Gesprekken
- Ongeveer 5 minuten
- gesprek met de docent + beoordelaar kijkt toe
- 3 weken van tevoren hoor je wat het onderwerp van het gesprek is.
Slide 4 - Slide
Feiten, meningen en argumenten
Feit:
Is iets dat waar is. Feiten zijn objectief. Je kunt controleren of het waar is.
Mening:
Is iets wat je vindt. Meningen zijn subjectief. Je kunt het ermee eens zijn of niet
Argumenten:
Je gebruikt een argument om de ander te overtuigen.
Slide 5 - Slide
Wat is een voorbeeld van een feit?
A
Het antwoord op de som 9+9 is 18
B
Vroeger was alles beter
C
Als de zon schijnt is het heerlijk weer
D
Geel is geen mooie kleur
Slide 6 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een mening?
A
Een tennisbal is rond
B
Boterbloemen zijn geel
C
Fietsen in de regen is niet leuk
D
Water bevriest bij 0 graden Celsius
Slide 7 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een feit?
A
Rode bloemen zijn mooier dan gele
B
Deze les is erg leuk
C
Mannen kunnen beter autorijden dan vrouwen
D
Wij zitten op de 6e etage
Slide 8 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een mening?
A
Olifanten leven in Afrika
B
Water is nat
C
Voetbal is leuk
D
Groen is een kleur
Slide 9 - Quiz
Tijdens je presentatie
- Gebruik je feiten wanneer je iemand iets wil uitleggen/leren
- Kan je soms je mening geven, als dat gevraagd wordt of wenselijk is. LET OP: een mening moet je altijd onderbouwen met argumenten!
- Gebruik je argumenten wanneer je een ander wilt
overtuigen. Dit kunnen feiten of meningen zijn!
Slide 10 - Slide
Welke woorden gebruik je als je een argument geeft?
Slide 11 - Open question
Niet:
- Omdat ik het zeg!
- Omdat ik dat vind!
- Iedereen vindt dat!
- Iedereen doet dat zo!
Wel:
- Uitleggen waarom jij iets vindt.
- Uitleggen waarom je het zo doet.
Hiervoor gebruik je feiten óf je eigen mening.
Slide 12 - Slide
We gaan aan de slag!
Vorm groepjes van 2
Pak een aantal kaartjes
Lees de dilemma's
De 1 probeert de ander te overtuigen met argumenten waarom je voor dat dilemma kiest
De ander komt ook met argumenten als die het niet eens is met zijn klasgenoot.
Slide 13 - Slide
More lessons like this
Debatteren kun je leren!
March 2021
- Lesson with
22 slides
by
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Taal
+2
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Debatteren kun je leren!
March 2021
- Lesson with
22 slides
by
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Taal
+2
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
SPREKEN: Feit, mening en argument
March 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
4.1 Uitleg examen spreken 2023
April 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
4.1 Uitleg examen spreken 2023
May 2022
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Het tropisch regenwoud
June 2021
- Lesson with
24 slides
by
Kidsweek in de Klas
Aardrijkskunde
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
Het Koninkrijk der Nederland en de monarchie
November 2020
- Lesson with
35 slides
by
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Taal
+3
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
Algemene les: Goed leren debatteren met een korte film
March 2024
- Lesson with
11 slides
by
Filmeducatie
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Filmeducatie