ha2a app 1, 2, 4 en pouvoir van unité 2

Noem zoveel mogelijk
mots français die met
een balsport te maken hebben
1 / 11
next
Slide 1: Mind map
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Noem zoveel mogelijk
mots français die met
een balsport te maken hebben

Slide 1 - Mind map

onvergetelijk
A
oubliable
B
inoublable
C
inoubliable
D
oublable

Slide 2 - Quiz

Hoe zeg je 'ik train want ik wil winnen' =

Slide 3 - Open question

de tegenstander
A
le adversaire
B
l'adersaire
C
l'adversair
D
l'adversaire

Slide 4 - Quiz

je veux réussir dans l'avenir =

Slide 5 - Open question

Welke mooie Franse zin tu peux faire van App 1 en 2? Pak je boek erbij!

Slide 6 - Open question

ik heb gevangen = j'ai
A
conseillé
B
attrapé
C
participé
D
acheté

Slide 7 - Quiz

wij hopen dat je wint =
A
on espère que tu racontes
B
on espère que tu gagnes
C
on conseille que tu pars
D
on conseille que tu sors

Slide 8 - Quiz

aantekening + oefenen
1.  De speler gooit de bal = Le joueur lance le ballon
2. De tegenstander wint de wedstrijd = L'adversaire gagne le match

Schrijf nu beide zinnen in het MEERVOUD over (alle woorden!)

Slide 9 - Slide

ik heb gecontroleerd =
A
je vérifie
B
je progresse
C
j'ai vérifié
D
j'ai progressé

Slide 10 - Quiz

hij heeft laten zien=

Slide 11 - Mind map