spreekwoorden

spreekwoorden
Wat weet je nog?
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

Items in this lesson

spreekwoorden
Wat weet je nog?

Slide 1 - Slide

Een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken
A
je wordt ouder en je uiterlijk veranderd maar je blijft nog wel ondeugend
B
je wordt kaal
C
je verliest je haar
D
geen idee

Slide 2 - Quiz

Een kat op het spek binden
A
Een kat spek laten eten
B
Op de rug van de kat een stuk spek leggen
C
Je brengt iemand sterk in verleiding zodat hij het niet kan weerstaan
D
Spek voor de kat bakken

Slide 3 - Quiz

Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht
A
Liever een beetje dan helemaal niets
B
Je vindt vogels erg leuk
C
Eén vogel is zo weinig
D
Je wilt graag vogels voeren

Slide 4 - Quiz

Men vangt meer vliegen met honing van met azijn
A
Je wilt van de vliegen af en zet een pot honing neer.
B
Met vriendelijk zijn bereik je meer dan met streng zijn.
C
Je lust geen azijn
D
Je weet niet hoe je vliegen moet vangen

Slide 5 - Quiz

Een kat in het donker maakt rare sprongen.
A
Als je in het nauw zit doe je rare dingen.
B
De kat is bang in het donker.
C
De kat heeft straf.
D
geen idee.

Slide 6 - Quiz

Men moet geen slapende honden wakker maken
A
Als een hond slaapt mag je hem nooit wakker maken.
B
Je moet niet praten over problemen die er nog niet zijn.
C
Als je een slapende hond wakker maakt kan hij je bijten.
D
Een hond heeft zijn slaap nodig.

Slide 7 - Quiz

Dat muisje krijgt nog wel een staartje.
A
De muis krijgt een nieuwe staart.
B
De zaak zal nog wel gevolgen hebben.
C
De muis wil graag een nieuwe staart
D
geen idee

Slide 8 - Quiz

Oude koeien uit de sloot halen.
A
Opnieuw beginnen over iets vervelends wat vroeger is voorgevallen.
B
De boer geeft zijn koeien zwemles.
C
Oude koeien zijn slecht ter been en vallen daarom vaker in de sloot.
D
Oude koeien zwemmen graag in de sloot.

Slide 9 - Quiz

Als de kat van huis is dansen de muizen op tafel.
A
Als de kat weg is vieren de muisjes feest.
B
De muizen kunnen goed dansen.
C
Als er geen toezicht is doet men maar wat.
D
De kat is verhuisd en daarom zijn de muizen erg blij

Slide 10 - Quiz

Dat slaat als een tang op een varken.
A
Dat slaat nergens op.
B
De boer slaat het varken met een tang.
C
Het varken is kapot en moet gemaakt worden.
D
geen idee

Slide 11 - Quiz

Dat slaat als een knots op een kangoeroe
A
Daar ben je erg van geschrokken en van onder de indruk.
B
De kangoeroe springt graag over een knots.
C
Geen idee

Slide 12 - Quiz

Blaffende honden bijten niet.
A
Honden kunnen geen twee dingen tegelijk.
B
Geen idee
C
Iemand die veel dreigt hoef je niet zo bang voor te zijn want die doet meestal niets.
D
Als een een hond blaft maakt hij herrie.

Slide 13 - Quiz

Van een kale kip kan je niet plukken.
A
Als je kaal bent heb je geen haren of veren meer.
B
Men wil graag veren hebben.
C
De kip wil niet naar de kapper
D
iemand die niets te verliezen heeft, daar kan geen betaling meer eisen.

Slide 14 - Quiz

0

Slide 15 - Video