De betekenis van 'omgeving'
om·ge·ving (de; v)
1. kring van personen waarin iemand verkeert = alle mensen om jou heen (familie, vrienden, enz.)
2. nabijheid: in de omgeving van Den Haag = in de buurt (dichtbij)
3. streek, regio = in de buurt (dichtbij)