Werkwoordspelling HV1 §7,8,9

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten.

Leg klaar op je tafel: je boek, schrift en een pen.

Pak je leesboek en ga lekker lezen.

19-03                                                                                                        
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten.

Leg klaar op je tafel: je boek, schrift en een pen.

Pak je leesboek en ga lekker lezen.

19-03                                                                                                        

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

timer
15:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Werkwoordspelling
De komende periode gaan we aan de slag met werkwoordspelling.

Deze week:
  • je leert de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen
  • je leert de persoonsvorm van zwakke en sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Weet je 't nog?
Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen. Fietsen, zwemmen, lopen.
Je vindt ze in verschillende vormen.

Hoe vind je de persoonsvorm?
  1. In een andere tijd zetten (tegenwoordige of verleden tijd).
  2. Enkelvoud naar meervoud zetten of andersom.
  3. De zin vragend maken.
Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Een werkwoord heeft verschillende vormen. 
Een daarvan is de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt). 
Bij de spelling van de persoonsvorm tegenwoordige tijd ga je uit van de ik-vorm.

De ik-vorm van een werkwoord vind je door van het hele werkwoord de laatste twee letters weg te halen (=stam).

Slide 5 - Slide

This item has no instructions


Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
Zo schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
  • ik? ik-vorm, ik bouw.
  • jij erachter? ik-vorm, bouw jij.
  • in alle andere gevallen! ik-vorm + t, hij bouwt.
  • in het meervoud het hele werkwoord, wij bouwen/ jullie bouwen

Bij twijfel: vul het werkwoord 'lopen' in.
Hoor je een 't'? Schrijf dan ook een 't'!

Slide 6 - Slide


Hij vind/vindt snoepjes lekker.
Hij loopt snoepjes lekker. >> dus: vindt
Word/Wordt je vanmiddag opgehaald?
Loop je vanmiddag opgehaald? >> dus: Word
Zwakke of sterke werkwoorden?
  • fietsen
  • lopen
  • hangen
  • zingen
  • verven
  • lezen
  • krijgen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De persoonsvorm in de verleden tijd van zwakke werkwoorden schrijf je zo:
ik-vorm tt + de of te, stuiterde, fietste -> enkelvoud
ik-vorm tt + den of ten, stuiterden, fietsten -> meervoud

Om te bepalen of je de(n) of te(n) achter de ik-vorm schrijft gebruik je 
't sexy-fokschaap. Dus alleen in de verleden tijd én bij zwakke werkwoorden!

Even testen: ruilen, rusten, juichen. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Herhaling theorie §7, §8 en §9
https://schooltv.nl/video/clipphanger-wat-is-t-kofschip/

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Weektaak
§7 lees theorie +
maak opdracht 1 t/m 5
§8 lees theorie +
maak opdracht 1 t/m 4 + 7
§9 lees theorie +
maak opdracht 1 + 2
Klaar?
§7 opdracht 7 (tweetal)
§8 opdracht 6 en 7 
Zelf aan de slag!
Wat? Weektaak
Tijd? 20 minuten
Vraag? Steek je vinger op
Klaar? Zie weektaak
Ook klaar? Haal nakijkboekje en kijk alles na
Ook klaar? Dan laat je het aan mij zien en krijg je een puzzel.
timer
20:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten.

Leg klaar op je tafel: je boek, schrift en een pen.

Pak ook je leesboek en ga lekker lezen!

  20-03                                                                

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Doel en planning
Doel van de les: aan het einde van de les kun je de persoonsvorm in de tt spellen, weet je wat sterke en zwakke werkwoorden zijn en kun je vt van zwakke en sterke ww spellen.

Planning van de les:
- lezen (15 minuten)
- aan de slag met de weektaak (30 minuten)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

timer
15:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Weektaak
§7 lees theorie +
maak opdracht 1 t/m 5
§8 lees theorie +
maak opdracht 1 t/m 4 + 7
§9 lees theorie +
maak opdracht 1 + 2
Klaar?
§7 opdracht 7 (tweetal)
§8 opdracht 6 en 7 
Zelf aan de slag!
Wat? Weektaak
Tijd? 20 minuten
Vraag? Steek je vinger op
Klaar? Zie weektaak
Ook klaar? Haal nakijkboekje en kijk alles na
Ook klaar? Dan laat je het aan mij zien en krijg je een puzzel.
timer
20:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten.

Leg je werkboek, schrift en pen vast klaar.

Pak je leesboek en ga lekker lezen :)

22-03                                                                                                 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Doel en planning
Doel van de les: aan het einde van de les kun je de persoonsvorm in de tt spellen, weet je wat sterke en zwakke werkwoorden zijn en kun je vt van zwakke en sterke ww spellen.
Planning van de les:
- lezen (15 minuten)
- aan de slag met de weektaak (30 minuten)
2e uur: Jeugdjournaal en nieuwsquiz + weektaak/lezen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

timer
15:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Weektaak
§7 lees theorie +
maak opdracht 1 t/m 5
§8 lees theorie +
maak opdracht 1 t/m 4 + 7
§9 lees theorie +
maak opdracht 1 + 2
Klaar?
§7 opdracht 7 (tweetal)
§8 opdracht 6 en 7 
Zelf aan de slag!
Wat? Weektaak
Tijd? 20 minuten
Vraag? Steek je vinger op
Klaar? Zie weektaak
Ook klaar? Haal nakijkboekje en kijk alles na
Ook klaar? Dan laat je het aan mij zien en krijg je een puzzel.
timer
20:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk dinsdag
Zorg dat je de weektaak van deze week helemaal af én nagekeken hebt!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions