les 46 + les 48 persoonlijk voornaamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom MH1F!

Ga rustig zitten 
Pak je KERN boek

Je gaat 10 minuten stil werken aan les 46

Wat gaan we doen deze les

Les 46: lezen (goede oefening voor de leestoets)

Les 48: persoonlijk voornaamwoorden 

LES 48: persoonlijk voornaamwoord

LES 48: persoonlijke voornaamwoorden

Woorden die verwijzen naar personen, dieren, dingen en eigennamen
Check: je kan deze woorden dus vervangen voor namen

Ik / mij                                       wij/we /ons

Jij/je  / jou/je                           jullie / jullie

u/u                                               zij/ze   /  hen/ze/hun

Hij / hem

Zij/ze / haar

Het/het

LES 48: persoonlijke voornaamwoorden

Woorden die verwijzen naar personen, dieren, dingen en eigennamen

Ik zing                         canto

Jij zingt                      cantas

Hij/zij zingt               canta

Wij zingen                 cantamos

Jullie zingen            cantáis

Zij zingen                   cantar 

LES 48: persoonlijke voornaamwoorden

LES 48: hun / hen

1. Het onderwerp van de zin kan nooit hun of hen zijn.

2. Hen gebruik je vaak na voorzetsels (ik geef het boek aan hen).

3. hun gebruik je nooit met een voorzetsel (ik geen hun het boek)

Noteer de persoonlijk voornaamwoorden:
Is dit glas van haar?

Noteer de persoonlijk voornaamwoorden:
Het was ze nog niet opgevallen, maar hij was er vandoor met alle spullen.

LES 48: aan de slag

1. lees de theorie

2. Maak de opdrachten: 2, 3, 4, 6, 7 en 10

3. Klaar? Dan kijk je de opdrachten na 

Schrijf bij het nakijken altijd het juiste antwoord in je schrift! 

Klaar met de opdrachten? Dan ga je aan je boekopdracht of lezen. 

LES 48: aan de slag werkblad hen/hun

Je krijgt zo een werkblad uitgedeeld. Die ga je maken. 

Krijg je het niet af deze les? Dan is het huiswerk voor maandag. 

Afsluiter

Je hebt geleerd
hoe je persoonlijke voornaamwoorden herkent in een zin

Dat heb je geleerd door

te luisteren en te oefenen

Hoe verder?

Vandaag sluiten we dit onderdeel af. Maandag starten we met iets nieuws