H4 - vraag & aanbod (4.1 t/m 4.6)

Welkom
4 vwo ECONOMIE  ||  2023-2024
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom
4 vwo ECONOMIE  ||  2023-2024

Slide 1 - Slide

Duurzaamheid

Slide 2 - Mind map

Externe effecten
Extern effect
effect als gevolg van 
productie en consumptie --> 
Niet bij de prijs inbegrepen.

Negatieve externe effecten &  
positieve externe effecten

Slide 3 - Slide

Externe effecten
Extern effect: gevolgen van consumptie en productie die niet in de prijs worden meegenomen maar wel de welvaart van andere beïnvloeden.

Negatieve externe effecten: Een extern effect waarbij de welvaart van de maatschappij afneemt.

Positieve externe effecten: Een extern effect waarbij de welvaart van de maatschappij toeneemt. 

Slide 4 - Slide

Positief extern effect 
Positief extern effect 
Negatief extern effect 
Negatief extern effect 

Slide 5 - Drag question

Wat is geen voorbeeld van een extern effect?
A
Rommel na het concert in de ZiggoDome
B
Bouw van een nieuw stadsplein
C
Rommel na een wedstrijd van FCT buiten het stadion
D
Uitstoot van de fabriek van Tata-steel

Slide 6 - Quiz

MVO
This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 7 - Slide

Circulaire economie 

Slide 8 - Slide

Circulaire economie
In 2050 moet NL een circulaire economie zijn
In circulaire economie bestaat geen afval, 
net zoals in de natuur: 

Slide 9 - Slide

Heffingen en subsidies
Via heffingen, zoals BTW, accijns en subsidies, beïnvloedt de overheid de prijzen.
Heffingen: schadelijke producten worden belast met een heffing (accijns); een kostenverhogende belasting.
Subsidies: hiermee wil de overheid de prijzen verlagen zodat het product meer gekocht wordt.

Slide 10 - Slide

Afwentelen
Het afwentelingspercentage geeft aan hoeveel procent van de heffing wordt afgewenteld op de consument.

Slide 11 - Slide

Aanbodfunctie
Qa = 0,2P -2 
De heffing is 10 euro.
Qa = 0,2(P - 10 ) -2
Qa = 0,2P - 2 -2
Qa = 0,2P -4

Vanuit hier komt er dan een andere evenwichtsprijs. 

Slide 12 - Slide

Afwentelen 
Door de verandering in de aanbodlijn komt er nu een andere evenwichtsprijs. De consument moet meer betalen. 
Dit is niet de volledige 10 euro. Je kijkt met het afwentelingspercentage hoeveel procent van de totale heffing nu door de consument betaald wordt. 

Slide 13 - Slide

Evenwichtsprijs voor heffing = €50
Heffing = €10
Evenwichtsprijs na heffing = €55
Afwentelingspercentage = ...?
A
10%
B
33%
C
50%
D
100%

Slide 14 - Quiz


Qv = -2p + 120
Qa = 2,5p - 15 Er komt een heffing van 10 De nieuwe aanbodfucntie:
Qa = 2,5p - 40
Hoeveel is het afwentelingspercentage op de consument?

A
29%
B
55,6%
C
29,4%
D
55,4%

Slide 15 - Quiz

Aan het werk
Maken t/m 4.6 --> 4.6 bespreken. 
Nakijken
  • Wat heb je goed gedaan?
  • Wat kun je beter doen?
Lees de tekst
  • Onderstrepen
  • Samenvatten

Slide 16 - Slide