H2 NN 2-basis Taalverzorging 2 Spelling PV-VT

H2 Taalverzorging 2 Spelling
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H2 Taalverzorging 2 Spelling

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je leert zwakke en sterke werkwoorden in de verledentijd goed spellen. 
- Je leert de moeilijke woorden uit de paragraaf goed spellen. 

Slide 2 - Slide

Persoonsvorm 
in tegenwoordige tijd
(korte herhaling)

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 4 - Slide

De verleden tijd 

van zwakke werkwoorden!

Wat zijn zwakke werkwoorden?

Slide 5 - Slide

Zwakke werkwoorden

Slide 6 - Slide

Zwakke werkwoorden

Slide 7 - Slide

Zwakke werkwoorden
De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je zo:




enkelvoud
stam + -de
stam + -te
ik/jij/hij/zij
speelde, herhaalde
lustte, fietste
meervoud
stam + -den
stam + -ten
wij/jullie/zij
speelden, herhaalden
lustten, fietsten

Slide 8 - Slide

Zwakke werkwoorden
oefenen

Slide 9 - Slide

Stap 1. 
Pak de stam van het werkwoord.
Om de stam te vinden haal je -en (of -n) van het hele werkwoord eraf.

Slide 10 - Slide

de stam van zwakke werkwoorden
reizen - reiz
leven - lev
- pakken - pakk
- maken - mak
gooien - gooi

Slide 11 - Slide

stap 2.
kijk naar de laatste letter van de STAM
reiz = z
lev = v
pakk = k
mak = k
gooi = i

Slide 12 - Slide

stap 3.
Welke klank, van de laatste letter van jouw STAM, hoor je in het woord  't ex kopfschip ?

(let op: bij reiz hoor je een Z / bij lev hoor je en V / bij gooi hoor je een J-klank)

Slide 13 - Slide

stap 4. 
Zit jouw klank van de stam in 't kofschip?
JA, dan komt in de verledentijd -te of -ten erbij.
NEE, dan komt in de verledentijd -de of -den erbij.

Slide 14 - Slide

stap 5. 
Controleer of je de juiste spelling van het zwakke werkwoord hebt:
reizen - reiz - ik reisde / wij reisden
leven - lev - ik leefde / wij leefden
pakken - pakk - ik pakte / wij pakten
maken - mak - ik maakte / wij maakten
gooien - gooi - ik gooide / wij gooiden

Slide 15 - Slide

De verleden tijd 

van sterke werkwoorden!

Wat zijn sterke werkwoorden?

Slide 16 - Slide

Sterke werkwoorden

Slide 17 - Slide

sterke werkwoorden in de verleden tijd
De sterke werkwoorden zijn anders dan de regel.

Voorbeelden van sterke werkwoorden zijn:
lopen-liep / nemen-namen / schrijven-schreven / eten-aten / geven-gaven / brengen-brachten.... 

De sterke werkwoorden moet je 'gewoon' onthouden.


Slide 18 - Slide

Sterke werkwoorden
Veel sterke werkwoorden eindigen als voltooid deelwoord op –en, maar dit is dus niet altijd zo. Er zijn geen duidelijke regels bij het vervoegen van sterke werkwoorden. 

Slide 19 - Slide

Wat is de verleden tijd van 'ontdekken'? Pas 't kofschip toe.

Slide 20 - Open question

Noteer het werkwoord op de juiste manier in de verleden tijd.

Wij ... (rennen) door de regen.
Denk aan 
't x-kofschip!

Slide 21 - Open question

1. Als 'jij' achter de pv staat, schrijf je de ik-vorm.

Persoonsvorm
tegenwoordige
tijd

Persoonsvorm
verleden
tijd

2. Bij deze tijd mag je 'T eX KoFSCHiP gebruiken.
3. Als het onderwerp enkelvoud is, schrijf je ik-vorm + te/de.
4. Je schrijft ik-vorm + t als het onderwerp 'hij' is.

Slide 22 - Drag question

De laatste letter van de stam zit wel in 't kofschip-x, dus +te(n)
De laatste letter van de stam zit niet in 't kofschip-x, dus +de(n)
werken 
vergissen
verbazen 
knippen
branden 
beloven

Slide 23 - Drag question

Zet de stappen van 't kofschip in de goede volgorde 
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Controleer of de laatste letter (medeklinker) in 't kofschip zit of niet
Kijk naar de laatste letter van de stam
Neem de stam van het werkwoord
Medeklinker wel in 't kofschip? >schrijf +te(n)
Medeklinker niet in 't kofschip? >schrijf +de(n)

Slide 24 - Drag question

't eX-KoFSCHiP
Werkwoorden die je vervoegt met -te(n)
Werkwoorden die je vervoegt met -de(n)
kletsen
Plakken
Lijmen
Wachten
Blozen
Weigeren

Slide 25 - Drag question

Vul de juiste vorm in de verleden tijd in (denk aan 't Kofschip)

De hond ........... (blaffen) terwijl mijn broertje op het raam ........ (tikken).

Slide 26 - Open question

Wat is de verleden tijd van:
'bonzen' en 'praten'
en leg het uit met het 'T KoFSCHiP X

Slide 27 - Open question

Extra oefenen
De persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden spellen.

Deze websites kun je gebruiken om extra te oefenen

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Oefenen
De persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden spellen.

Deze websites kun je gebruiken om extra te oefenen.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Link

Slide 32 - Link

Slide 33 - Link

Maken
Maak opdracht 1 t/m 7

Slide 34 - Slide

Leren voor de toets
- de persoonsvorm in de verleden tijd met zwakke werkwoorden goed spellen (met gebruik van 't kofschip en de 5 stappen)
- de persoonsvorm in de verleden tijd met sterke werkwoorden goed spellen (uit het hoofd leren)

Slide 35 - Slide

Moeite met deze lesstof?
GEBRUIK DE BRUG
Achterin het lesboek:
blz. 303-305 theorie werkwoordspelling + opdracht 3 t/m 9
blz. 309 schema werkwoordspelling 

Slide 36 - Slide

EINDE LES!

Slide 37 - Slide